Met dat doel, resp. als alternatief kunnen de IK G 1, de IK G 2 (basisuitvoeringen) en de IK G 3 B met een
geïntegreerde houdfunctie met twee bevestigingsogen aan de zijden uitgerust worden; ze zijn aangegeven met een
„W" voor de versie- resp. typecode. De houdfunctie is getest en conform EN 358:2000 toegelaten.
Gebruikers van deze harnasgordel van IKAR GmbH
•
moeten ervoor zorgen dat de maximale nominale belasting van 136 kg niet wordt overschreden
•
moeten voorafgaande aan het gebruik over het gebruik en de controlebepalingen geïnstrueerd worden
•
moeten ervoor zorgen dat de harnasgordel alleen met een persoonlijk valbeveiligingssysteem volgens EN
363 wordt gebruikt, zodat de mogelijke valhoogte tot een minimum wordt beperkt. Voorafgaande aan het
gebruik van het valbeveiligingssysteem moet erop worden gelet of er voldoende vrije ruimte onder de gebruiker
aanwezig is, zodat bij een val niet de grond of een ander obstakel wordt geraakt. Voor het bepalen van de
vereiste vrije ruimte moet rekening worden gehouden met de richtlijnen uit de gebruikshandleidingen van de
afzonderlijke onderdelen van het gebruikte valbeveiligingssysteem. Bij het combineren van de afzonderlijke
onderdelen van het valbeveiligingssysteem moet erop worden gelet dat de werking van de afzonderlijke
elementen ongehinderd blijft en de onderdelen elkaar niet wederzijds beïnvloeden.
•
Bij het niet in acht nemen van de handleiding en de veiligheidsaanwijzingen bestaat levensgevaar. Bij een val
moet worden uitgesloten dat de persoon langer dan 15 minuten blijft hangen (shock-gevaar)
•
mogen hem niet gebruiken indien ze klachten hebben die hun veiligheid bij normaal en
noodgebruik kunnen beïnvloeden;
•
moeten ervoor zorgen dat er een noodplan geïmplementeerd is als het systeem voor valbeveiliging wordt
gebruikt;
•
mogen geen veranderingen, aanvullingen of reparaties aan de harnasgordel uitvoeren;
•
moeten ervoor zorgen dat de harnasgordel niet buiten de beperkte omgeving wordt
uitsluitend voor de beoogde doeleinden wordt gebruikt en dat de gebruiker hierover
•
moeten de compatibiliteit van andere bij deze harnasgordel gebruikte onderdelen van de persoonlijke
valbescherming (PSA gA) controleren wanneer ze tot één opvangsysteem worden gecombineerd;
•
moeten ervoor zorgen dat geschikt toebehoren, zoals bijv. schoudervullingen en gereedschapstassen, geen
invloed heeft op de veilige werking van de harnasgordel;
•
moeten ervoor zorgen dat gereedschapstassen uitsluitend aan de daarvoor bestemde ogen van de rugsteun
bevestigd worden;
•
moeten ervoor zorgen dat het in de gereedschapstassen meegevoerde materiaal een gewicht van 15 kg niet
overschrijdt en dat de nominale belasting van 136 kg incl. gebruiker niet wordt overschreden;
•
moeten zich ook aan de gebruiksaanwijzing van de andere onderdelen houden;
•
moeten nagaan of het gebruik van meerdere onderdelen van de persoonlijke valbescherming geen gevaar
inhoudt dat de veilige werking van één van de onderdelen beïnvloedt of verhindert;
•
moeten voorafgaande aan het gebruik van de harnasgordel nagaan of hij in bedrijfsklare toestand is;
•
moeten de harnasgordel onmiddellijk uit het verkeer halen indien er vanwege de staat ervan bedenkingen
bestaan over een veilig gebruik - of indien hij blootgesteld is geweest aan een valbelasting;
•
moeten mogelijke bronnen van gevaar herkennen die invloed kunnen hebben op de werking van de
harnasgordel of die tot een defect ervan leiden; tot deze mogelijke gevaren behoren:
•
extreme temperaturen (lager dan -15 °C en hoger dan +50 °C)
•
agressieve omgevingsfactoren, zoals bijv.
– zand en split
– hete oppervlakken
– open vuur
– lasvlammen
– vonken
– hoogfrequent invloeden
– contact met scherpe randen
– schurende oppervlakken
– chemicaliën
•
moeten meteen stoppen met het gebruik van de harnasgordel wanneer deze aan een van bovengenoemde
gevaren werd blootgesteld of beschadigd is geraakt, tot de harnasgordel door een bevoegd persoon is
gecontroleerd;
NEDERLANDS
NEDERLANDS
Gebruikshandleiding
37
gebruikt, dat hij
is geïnstrueerd.