in gebruik is, stopt het stuursignaal alleen indien het werk stopt op alle werkstations (met
andere woorden, alle kleppen sluiten).
Wanneer het stuursignaal stopt, starten de DIR- en SSR-timers. De unit blijft in de
bedrijfsmodus wanneer het werk binnen de 10 seconden op 1 of meer werkstations hervat
wordt. De DIR- en SSR-timers worden opnieuw op nul gezet en worden stopgezet.
Indien DIR_Time ingesteld is op 10 seconden (standaard) en het werk langer dan
10 seconden onderbroken wordt, verstrijkt de DIR_Time. De unit gaat dan in de stationaire
modus met de motor aan en de FCV open.
De unit gaat opnieuw in de bedrijfsmodus wanneer binnen 12 minuten een nieuw
stuursignaal verstuurd wordt. De DIR- en SSR-timers worden opnieuw op nul gezet
en worden stopgezet. Indien echter SSR_Time is ingesteld op 12 minuten, de
standaardinstelling, en er geen nieuw stuursignaal is binnen 12 minuten, verstrijkt ook
SSR_Time.
De unit gaat vervolgens in de stand-bymodus totdat hij een nieuw stuursignaal ontvangt
dat de unit opnieuw in de bedrijfsmodus zet, of de unit wordt uitgeschakeld (met andere
woorden, in uit-modus gezet) door de weektimer, zie "7.2.3 Weektimer", of door te
drukken op de stand-by/bedrijfsknop.
6
PLC-meldingen
Hierna worden de verschillende status-, waarschuwings- en alarmmeldingen getoond die
op het PLC-display verschijnen. Kijk ook in Handleiding PLC-instellingen en de Installatie- en
onderhoudshandleiding.
LET OP! Wanneer er een melding verschijnt die niet in de Gebruikershandleiding staat,
kunt u in de Handleiding PLC-instellingen kijken voor meer informatie.
LET OP! Wanneer er een waarschuwing of alarm verschijnt die niet in de
Gebruikershandleiding staat, kunt u in de Handleiding PLC-instellingen kijken voor meer
informatie en contact opnemen met een door Nederman erkende servicemonteur.
6.1
Statusmeldingen
De volgende statusmeldingen geven informatie over de modus waarin de unit staat of welk
routine-onderhoud uitgevoerd wordt.
6.1.1
Nederman FlexPAK Off (Uit-modus)
De unit staat in de uit-modus, wat ook het startmenu van de unit is. De unit kan ook in de
uit-modus gaan wanneer er iets fout is, bijvoorbeeld indien een alarm geactiveerd is. De
pompmotor staat uit, er is geen vacuüm, de FCV is gesloten en de unit kan niet geactiveerd
worden door een stuursignaal.
TimeToService: De tijd tot het volgende geplande onderhoud. De
standaardinstelling is 2000 uur.
FlexPAK 800/1000 DX
NL
243