Montage-instructies installatie serie 900 LX met overbouw
vOORbeReIdING
de installatieplaats en de wijze waarop de structuur
aan de grond wordt bevestigd moet door bevoegd
personeel gecheckt worden. In het bijzonder moet een
bouwingenieur geraadpleegd worden om de geschiktheid
van de vloer te controleren.
Nb.: de fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor rechtstreekse of onrechtstreekse schade
te wijten aan een verkeerde installatie, wijziging,
slecht onderhoud, onhandigheid en al wat bepaald
werd in de artikels van de verkoopvoorwaarden.
HANdelING 1 (zie Fig.1)
plaatsing van de overbouw met poten (aangeraden).
1. Plaats de draagbalk van de structuur (A) in het definitief
punt.
2. Schroef met behulp van de M10x30 schroeven (B) en
relatieve vlakke ringen (C) op de externe zijde van
de kolommen de poten (d) met afstelbare voetjes
vast. voor structuren met drie kolommen, moeten
de poten van de middelste kolom t.o.v. de lengte
van de structuur perfect gecentreerd vastgeschroefd
worden.
3. Controleer of de structuur correct waterpas staat.
4. voor een grotere veiligheid kunt u zowel de poten
aanbrengen als de installatie aan de vloer bevestigen.
Raadpleeg in dit geval tevens de volgende punten.
plaatsing van de overbouw met schroeven aan de
grond.
1. Plaats de draagbalk (A) van de structuur en markeer
op de vloer de boorpunten zodat de pluggen (niet
bijgeleverd) in overeenstemming met de gaten (E)
van de kolomflens kunnen gemonteerd worden. wij
adviseren M12 pluggen te gebruiken (bij voorbeeld
Fischer Fh II 18/50 B veiligheidsankers of equivalent).
2. verplaats tijdelijk de structuur en boor gaten in de
gemarkeerde punten.
3. verwijder het stof te wijten aan het boren.
4. Plaats opnieuw de structuur op zijn plaats en controleer
of ze waterpas staat.
5. voeg de pluggen, eventueel met enkele lichte
hamerslagen, in de gaten van de kolomplaat.
6. Controleer de aanspanning van de schroeven met
een torsiesleutel, ingesteld zoals opgegeven voor de
gebruikte plug.
HANdelING 2 (zie Fig.2)
Montage beschermkappen van de kolommen.
1. Schroef met de M5x12 inbusbouten (B) en ringen de
hoeken (A) op de onderzijde van de draagbalk vast,
zoals aangeduid.
2. Plaats de cilindervormige (C)
markeer op de vloer waar de gaten moeten geboord
worden, overeenkomstig met de hiervoor bestemde
openingen. de zijdelingse panelen(d) van de
beschermkappen zullen een goede hulp zijn voor de
correcte afstand (!).
3. verwijder al de beschermkappen en boor de gaten. wij
adviseren pluggen van Ø8mm.
4. Plaats de pluggen (niet bijgeleverd).
5. Zet opnieuw de cilindrische beschermkappen op hun
plaats (C) door ze met M5x12 inbusbouten aan de
dragende structuur en aan de vloer (F) te bevestigen.
6. Schroef de zijdelingse beschermkappen (d) met de
M5x20 poelier bouten (E) vast.
7. u kunt kiezen de cilindrische beschermkappen niet aan
de vloer te bevestigen. In dit geval kan bij eventuele
stoten de stevigheid niet gegarandeerd worden.
HANdelING 3 (zie Fig.3)
Montage steunbalkjes.
1. Monteer op de uiteinden van de draagbalk middels
4 M10x30 schroeven en overeenstemmende vlakke
ringen elk linkse en rechtse steunbalkje (A), zonder de
schroeven volledig vast te draaien.
2. Elke topmodule die op de structuur moet geïnstalleerd
worden, heeft twee steunbalkjes nodig. Monteer de
centrale steunbalkjes (B) zoals in punt 1, rekening
houdend met de finale samenstelling.
3. Bij een structuur met twee fronten moeten de twee
vorige punten ook op de tegenovergestelde zijde
uitgevoerd worden.
4. voeg de M10x20 bouten (C) zonder ring in de centrale
schroefdraadgaten van de steunbalkjes.
5. Bevestig met behulp van een waterpas eerst de
bovenste schroeven van de flens en regel vervolgens
de inclinatie middels de centrale schroeven (C). Begin
bij een steunbalkje op de buitenzijde van de structuur.
Enkel wanneer de structuur volledig horizontaal staat,
kunt u ook de onderste schroeven van de flens van het
steunbalkje bevestigen.
6. herhaal punt 5 voor alle steunbalkjes van de structuur
en controleer of ze correct met elkaar zijn uitgelijnd.
7. Controleer met de torsiesleutel, ingesteld op 50Nm, de
aanspanning van de bovenste en onderste schroeven
van elk steunbalkje.
HANdelING 4 (zie Fig.4)
Montage van de steunbeugels van de rugzijde (enkel
| 19
beschermkappen en
NL