lampje van de thermostaat op het rack-
paneel van de machine. Na enkele
minuten stopt de thermische protectie
en is de soldeerder opnieuw klaar voor
gebruik.
Methodes van
optillen van de
installatie
Til de installatie op van de vloer, nadat
u deze op stabiele en veilige wijze
vanaf de onderkant met hijsriemen
omwikkeld heeft.
De draadaanvoerder is voorzien van
een handgreep voor het handmatig ver-
voer, en een haak waarmee het opge-
tild en aan een steun kan worden
gehangen.
LET OP: Deze hef- en transportsyste-
men voldoen aan de voorschriften van
de Europese normen. Gebruik geen
andere werktuigen voor het optillen en
het vervoer.
Assemblage van de
lasmachine
De standaardsamenstelling van deze lasinstallatie bestaat uit:
• Generator SMARTMIG T21;
• Brander MIG-MAG lengte 3 m;
• In de machine opgenomen massakabel, lengte 3 m.
De levering bevat ook de voor- en achterwielen van verschil-
lende afmetingen, een ketting om de gastank aan de gastank-
wagen te bevestigen.
Voer de volgende handelingen uit bij ontvangst van de
machine:
• Verwijder de lasgenerator en alle bijbehorende accessoires
en componenten uit de verpakking;
• Controleer of de lasinstallatie in goede staat verkeert, zo niet
meldt dit dan onmiddellijk aan de verkoper-distributeur;
• Controleer of alle ventilatieroosters open zijn en er geen
objecten zijn die de luchtstroom kunnen belemmeren;
• Monteer de wielen, breng de ketting en de brander aan op
de Euro-aansluiting op het rack-paneel van de machine en
neem daarbij de aanwijzingen in acht van afbeelding A.
Installatie
De plaats van de installatie van het lasapparaat moet zorgvul-
dig worden gekozen om een goede en veilige werking. Voor de
installatie van het lasapparaat dient de gebruiker rekening te
houden met mogelijke elektromagnetische problemen in de
werkzone. Wij raden u in het bijzonder af het lasapparaat te
installeren in de buurt van:
• signaleer-, besturings- en telefoonkabels;
• radio- en televisiezenders en -ontvangers;
• computers of meet- en schakelinstrumenten;
• veiligheids- en beveiligingsinstrumenten.
Het lasapparaat mag niet op een ondergrond met een helling
van meer dan 10° rusten.
Deze lasapparaten zijn d.m.v. geforceerde luchtkoeling
gekoeld en moeten daarom zo geplaatst worden dat de lucht
gemakkelijk door de in de kast aangebrachte gaten kan wor-
den aangezogen en afgevoerd.
De lasunit wordt gekenmerkt door de volgende klassen:
• beschermingsklasse IP 23 geeft aan dat de generator zowel
in gesloten ruimtes als in de open lucht gebruikt kan worden;
• Gebruiksklasse "S" betekent dat de generator gebruikt kan
worden in ruimtes met een hoger risico op elektrische
schokken.
Afb. A
De aansluiting van de machine op de gebruikslijn is een
handeling die uitsluitend door gekwalificeerd personeel
uitgevoerd mag worden.
Alle aansluitingen moeten tot stand gebracht worden in nale-
ving van de heersende voorschriften en in overeenstemming
met de wetten inzake de ongevallenpreventie (zie de normen
CEI 26-10 CENELEC HD 427).
Alvorens het apparaat aan te sluiten controleren of de
gegevens van het plaatje overeenkomen met de waarde
van de netspanning en netfrequentie en dat de hoofdscha-
kelaar van het apparaat op de "O" stand staat.
Deze soldeerbouten kun-
nen onder meerdere voe-
dingsspanningen functio-
neren en worden in nor-
maal geval geleverd ver-
bonden voor de hoogste
op het naambordje aan-
gegeven spanning.
Nagaan ofdat deze span-
ning met de netspanning
corrispondeert, mocht dit
niet het geval zijn verwij-
der dan het deksel en
sluit, afhankelijk van de
netspanning, de overeen-
komstige rode of blauwe
connector aan, zoals afb.
B laat zien. De aansluiting
aan het net dient te wor-
den uitgevoerd met
behulp van de bij de sol-
deerbout geleverde quadripolaire kabel, van welke:
• drie leidingen dienen voor de verbinding van de machine op
het stroomnet.
• de vierde, geel/groen, dient om de aarde verbinding te
maken.
28
Aansluiting aan de gebruikslijn
Afb. B
2000H853
V. 220/230/240
Blu-Bleu-Blue-Blau
Rosso-Red-Rouge-Rot
V. 380/400/415
Blu-Bleu-Blue-Blau
Rosso-Red-Rouge-Rot
2000H545