Handleiding voor installatie/aansluiting
Status van de kalibreringsrit (
Selecteer in de servicemodus
draaiknop
en bevestig dit door op de draaiknop te drukken.
De kalibreerstatus (bijv.
worden weergegeven. Na een succesvolle kalibrering wordt in plaats
van
WIEL
en
ACHTR
zover deze gedigitaliseerd is).
Controle van de systeemcomponenten (
Een testprogramma test automatisch de interne componenten van het
navigatiesysteem.
Selecteer in de servicemodus
draaiknop
en bevestig dit door op de draaiknop te drukken.
Verschijnt
weergegeven knop
OK
u terug in de servicemodus.
Controle van de werking van het GAL-signaal, achteruitrijlampje,
de sensoren van het toestel zelf (
•
Selecteer in de servicemodus
draaiknop
en bevestig dit door op de draaiknop te drukken.
•
Voor de controle van de werking van het GAL-signaal verplaatst u
de wagen meerdere meters voorwaarts of achterwaarts.
Het getal achter
Het getal achter
u bij stilstaande wagen het gaspedaal intrapt, niet hoger worden.
206
KALIBRERINGSRIT
KALIBRERINGSRIT
STATUS: 2
) en de soort positie (bijv.
de momenteel gereden straat weergegeven (voor
MODULPROEF
met de rechter
MODULPROEF
indrukken. Vervolgens gaat
SENSORIEK
)
SENSORIEK
met de rechter
moet (ook bij lage snelheid) oplopen.
WIEL
mag bij stationair draaiende motor of als
WIEL
)
met de rechter
3D
)
)