nl
Voor het opstarten
Voor u uw apparaat in gebruik neemt, moeten
de volgende punten om veiligheidsredenen
opnieuw gecontroleerd worden:
• Is er voldoende ruimte voor een goede
luchtcirculatie?
• Is de binnenkant proper? (Zie ook het deel
"Schoonmaak en onderhoud")
• Plaats de thermostaatknop in het midden
tussen 1 en 5 of Min. en Max.
• Plaats nu de stekker van het apparaat in het
stopcontact.
• De compressor is ingeschakeld, het lampje
binnenin gaat branden als de deur open gaat.
Plaats geen levensmiddelen in de koelkast tot
de temperatuur het gewenste niveau bereikt
heeft.
De werkingstemperatuur
instellen
(Fig. 2)
De werkingstemperatuur wordt geregeld door
de temperatuurknop.
Warm
1
2
(Of) Min.
1 = Laagste koelinstelling (Warmste instelling)
5 = Hoogste koelinstelling (Koudste instelling)
(Of)
Min. = Laagste koelstand
(Warmste instelling)
Max. = Hoogste koelstand
(Koudste instelling)
Koud
3
4
5
Max.
De gemiddelde temperatuur in de koelkast
zou ongeveer +5°C moeten bedragen.
Kies een stand overeenkomstig de gewenste
temperatuur.
U kunt de werking van uw apparaat stoppen
door de thermostaatknop in de positie "0" te
draaien.
Merk op dat er in het koelgebied verschillende
temperaturen zijn.
Het koudste gedeelte bevindt zich onmiddellijk
boven het groentevak.
De binnentemperatuur hangt ook af van de
omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur
geopend wordt en de hoeveelheid voedsel die
in de koelkast bewaard wordt.
De deur vaak openen doet de temperatuur in
de koelkast stijgen.
Daarom wordt aanbevolen om de deur zo snel
mogelijk te sluiten na elk gebruik.
4
nl