Kenmerken - Sime RS Mk. II Serie Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para RS Mk. II Serie:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 25
3

KENMERKEN

3. 1
ELEKTRONISCHE
ONTSTEKING
Aangezien de ketels "RS Mk.II F/B"
van het type met automatische ontste-
king zijn (zonder waakvlam) zijn zij uitge-
rust met een elektronisch bedienings-
en beveiligingsapparaat type SM 191. 1 ,
met een ingebouwde transformator
(fig. 15). De ontsteking en de detectie
van de vlam wordt gecontroleerd door
twee sensoren die aan het uiteinde van
de brander gemonteerd zijn.
De ontsteking vindt rechtstreeks op de
brander plaats; er wordt in ieder geval
maximale zekerheid geboden omdat zij
in geval van onverhoeds doven of gas-
gebrek binnen 2 seconden inschakelen.
3. 1 . 1
Werkingscyclus
Alvorens de ketel aan te zetten moet u
met een voltmeter controleren of de
elektrische aansluiting op het klem-
menblok op de juiste manier uitge-
voerd is en of de fase- en de nulposi-
ties in acht genomen zijn zoals blijkt uit
het schema. Druk daarna op de hoofd-
schakelaar op het bedieningspaneel.
Dan zal de ketel in werking treden en
via het programmeersysteem SM
191. 1 een ontladingsstroom naar de
ontstekingselektrode sturen en tegelij-
kertijd de gasklep openen. De ontste-
king van de brander vindt doorgaans
binnen een tijd van 1 of 2 seconden
plaats. Er kunnen storingen optreden
waardoor het kan gebeuren dat de
ontsteking uitblijft, als gevolg waarvan
het blokkeersignaal van het toestel
afgegeven wordt; deze storingen kun-
nen als volgt samengevat worden:
– Gasgebrek
Het toestel voer t de cyclus naar
behoren uit en stuurt spanning naar
de ontstekingselektrode die geduren-
de max. 8 sec. blijft doorgaan met
ontladen, als de brander niet ontsto-
ken wordt dan wordt het toestel
geblokkeerd.
Het kan gebeuren dat er bij een eer-
ste ontsteking of nadat de ketel
lange tijd niet heeft gefunctioneerd
lucht zit in de gastoevoerleiding. Dit
kan veroorzaakt zijn doordat de gas-
klep niet opengegaan is vanwege het
feit dat de wikkeling van de elektri-
sche spoel onderbroken is.
– De ontstekingselektrode geeft de
ontlading niet af
In de ketel wordt alleen de opening
2
4
TWEEDE
SECONDA
ELEKTROMAGNETISCHE
ELETTROVALVOLA
GAS
GASKLEP
GASPRESSOSTAAT
PRESSOSTATO GAS
LEGENDE
1 Apparaat SM 191. 1
2 Parasietwerend filter
van het gas naar de brander waarge-
nomen, na 8 sec. wordt het toestel
geblokkeerd.
Dit kan veroorzaakt worden doordat
de kabel van de elektrode onderbro-
ken is of niet goed vastzit aan klem
10 of doordat de transformator van
het toestel doorgebrand is.
– Er vindt geen vlamdetectie plaats
Vanaf het moment van de ontsteking
wordt de continu ontlading van de elek-
trode waargenomen ondanks het feit
dat de brander blijkt te branden. Na 8
sec. houdt de ontlading op, dooft de
brander en zult u zien dat het blokkeer-
controlelampje gaat branden.
Dit gebeurt indien de fase- en de nulpo-
sities op het klemmenblok niet in acht
genomen zijn. De kabel van de detec-
tie-elektrode is onderbroken of de elek-
trode zelf ligt aan de massa; de elek-
trode is in sterke mate versleten en
moet vervangen worden.
NB: In geval van blokkering van het
t oest el mag pas na minimaal 20
seconden gewacht te hebben vanaf
het moment waarop het lampje is
gaan branden op de verlichte knop
gedrukt worden. Gebeurt dit niet dan
wordt het toestel niet gedeblokkeerd.
3. 1 .2
Ionisatiecircuit
Om het ionisatiecircuit te controleren
1
3
SPOEL
BOBINA
HOOFDGASKLEP
VALVOLA GAS
3 Ontstekingselektrode
4 Detectie-elektrode
gebruikt u een microampèremeter met
een wijzerschaal of nog beter met een
digitale display met een schaal van 0 tot
50 µA. Sluit de klemmen van de micro-
ampèremeter elektrisch in serie aan
op de kabel van de detectie-elektrode.
Bij een normale werking ligt de waarde
tussen de 6-12 µA.
De minimale waarde van de ionisatie-
stroom bedraagt ongeveer 1 µA, daar-
onder blokkeert de ketel.
Controleer in dat geval of er een goed
elektrisch contact is en controleer de
mate van slijtage van het eindgedeelte
van de de t ectie-elektr ode en de
betreffende keramische bescherming.
3.2
TRAPSGEWIJZE
REGELTHERMOSTAAT
De ketels "RS Mk.II F/B" worden gele-
verd met een regelthermostaat met
een dubbel wisselcontact met een ver-
schillende afstelling waarmee het
mogelijk is, voordat de brander hele-
maal dooft, het vermogen te vermin-
deren door middel van een spoelblok
dat op de regelaar van de gasklep
gemonteerd is (fig. 22). Dit trapsgewij-
ze modulatiesysteem biedt de volgen-
de voordelen:
– een hoger totaal rendement van de
ketel
– de temperatuurverhoging die in het
gietijzeren lichaam optreedt op het
moment dat de br ander doof t
(warmt etraagheid) binnen aan-
vaardbare waarden te houden.
Fig. 15
105

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido