programma door de noodzakelijke afkoeltijd.
8. Uitgebreide gebruiksinformatie
8.1 Temperatuurregeling (uitsluitend geldig voor
IR)
De mobiele droger is uitgerust met een automatische
temperatuurregeling. Dit geeft optimale resultaten voor drogen/
uitharden in de kortst mogelijke tijd.
De kenmerken met de temperatuurregeling aan zijn:
a. minuten
b. temperatuurverhoging/minuut
c. max. toegestane temperatuur
De temperatuurregeling (pyrometer) meet de gemiddelde
temperatuur van een oppervlak. De diameter van dit oppervlak
is gelijk aan de helft van de afstand tussen de IR-cassette en het
voorwerp dat moet worden gedroogd. De laseraanwijzer geeft
aan waar de afstandscontrole wordt uitgevoerd. Deze aanwijzer zit
eveneens dicht bij het centrum van de temperatuurmeting.
In de instellingenmodus kunnen de korte en lange grenswaarde voor
een 'juiste" afstandsmeting worden bijgesteld. De standaardwaarde
voor de juiste afstand ligt tussen 55 en 65 cm.
Opmerking! De temperatuur wordt gemeten als het gemiddelde van
het gemeten oppervlak (standaardwaarde voor de diameter is
Ø 30 cm). Zorg ervoor dat het te meten oppervlak correct geplaatst is.
Zorg ervoor dat u niet de temperatuur meet op glas, banden of buiten
het voorwerp. Anders kan het resultaat tussen de geprogrammeerde
temperatuurwaarde en de werkelijke waarde verschillen. Dit kan
leiden tot onbevredigende resultaten en wanneer het procesalarm
wordt geactiveerd, zal het drogen/uitharden worden gestopt.
Daarom bevelen we aan, voor oppervlakken kleiner dan Ø 30 cm die
de temperatuurregeling niet kan meten, om de temperatuurregeling
uit te schakelen. Zie hoofdstuk 9.4.9. om de temperatuurregeling
permanent uit te schakelen.
Met de temp.-regeling uitgeschakeld zijn de kenmerken van het
programma:
a minuten
b percentage van max. mogelijke vermogen
De programma-instellingen met of zonder de temperatuurregeling
werken onafhankelijk van elkaar.
8.2 Procesalarm (uitsluitend geldig voor IR)
Om afwijkingen in de temperatuur te detecteren, is de mobiele
droger uitgerust met een procesalarm. Wanneer het verschil tussen
de huidige temperatuur en de gewenste temperatuur meer dan 30
ºC is, verschijnt de boodschap "Waarschuwing! Procesfout" op het
scherm en schakelt de droger automatisch uit. Deze waarschuwing
moet worden bevestigd door op enter te drukken. Door dit te doen
wordt het programma beëindigd.
In het geval van een procesalarm controleert u of de
temperatuurmeter (pyrometer) juist is uitgelijnd op het oppervlak
dat moet worden gedroogd en dat deze geen ongewenste
materiaaltemperaturen registreert.
Let op: De functie van het procesalarm staat niet aan wanneer de
mobiele droger wordt afgeleverd.
Raadpleeg hoofdstuk 9.4.3. voor het activeren.
84
a
b
c
a
b
NL
9. Instellingenmodus
9.1 Inloggen
Om in de instellingenmodus te komen moet u eerst "inloggen". Druk
op beide pijltjestoetsen terwijl u de hoofdschakelaar aanzet. Op het
scherm wordt om een pincode gevraagd.
9.2 Pincode
Gebruik de pijltjestoetsen om het juiste cijfer in te vullen. Druk op
enter om te bevestigen en om het tweede, derde en vierde cijfer van
de geavanceerde pincode in te vullen.
Er is geen code nodig voor de basisinstellingen, druk op OK voor de
standaardcode 0000. Raadpleeg hoofdstuk "9.4.5 Basis pincode" om
deze code te wijzigen.
Geavanceerde pincode 5780
Wordt gebruikt voor programma-instellingen en geavanceerde
instellingen. Raadpleeg hoofdstuk 9.4.13 "Geavanceerde pincode"
om deze code te wijzigen.
Let op! Een ingevoerde pincode is algemeen geldig in de software
totdat de hoofdschakelaar wordt uitgezet, d.w.z. wanneer u naar de
modus geavanceerde instellingen gaat en deze vervolgens verlaat
naar programmamodus. De programma-instellingen zullen nog
steeds te wijzigen zijn totdat de hoofdstroom wordt uitgeschakeld
9.3 Navigatie
Om een waarde in te stellen, drukt u op wijzigen. Om van de modus
wijzigen terug te keren naar instellingen zonder te bewaren, drukt u
op annuleren.
Opmerking! Wanneer u vanuit de instellingenmodus op verlaten
drukt, zult u naar de "programmamodus" worden teruggeleid. U dient
vervolgens te herhalen vanaf stap "9.1 Inloggen" om "9.4 Instellingen"
opnieuw in te voeren.
Navigatievoorbeeld:
modus
bewerken
Gebruik
de
pijltjestoetsen om de taal
te wijzigen en selecteer
om te bevestigen.
Druk op verlaten
en u zult naar de
"programmamodus"
worden geleid.
Gebruik de pijltjestoetsen
om door de instellingen
te scrollen, zie de tabel in
hoofdstuk 9.4.
714812 rev 4