N E D E R L A N D S
Instellen van de klempositie (fig. D)
De klempositie kan al naar gelang het zaagblad
worden ingesteld.
• Trek de klemhendel (28) naar de handgreep (20)
toe om de aanslag vrij te zetten.
• Verschuif de aanslag (7) zover als nodig.
• Duw de klemhendel (28) naar de zaagtafel (9)
terug om de aanslag vast te zetten.
Als de weerstand van de klemhendel te
licht is, draai dan de twee stelbouten op
de aanslag iets vaster.
Instellen van de zaaghoek (fig. D & G)
Uw afkortzaag kan worden gebruikt voor het maken
van verstekhoeken tot 45°.
• Trek de klemhendel (28) naar de handgreep (20)
toe om de aanslag vrij te zetten (fig. D).
• Stel de geleider (7) op de gewenste hoek in.
De hoek kan worden afgelezen op de schaal (29).
Gebruik de rand van de sleuf (30) als referentie (fig. G).
• Duw de klemhendel (28) naar de zaagtafel (9)
terug om de aanslag vast te zetten (fig. D).
Indien aanvullende opspanning is gewenst, kan de
verstekhoek verder worden vastgezet in de 90°- en
45°-afkortposities.
• Breng de geleider (7) in lijn met sleuf (31) of sleuf
(32) om de 90°- of 45°-afkortpositie vast te
zetten (fig. G).
• Breng de geleider (7) in lijn met sleuf (33) of sleuf
(34) om de 90°- of 45°-afkortpositie voor grote
werkstukken vast te zetten.
• Steek de schroef (41) door de geleider in een van
de gaten (35) en draai hem vast.
Controleren en aanpassen van de verstekschaal
(fig. D, H & I)
• Trek de klemhendel (28) naar de handgreep (20)
toe om de aanslag vrij te zetten (fig. D).
• Trek de arm naar beneden en vergrendel hem in
deze stand door de blokkeerstift (36) in te
drukken (fig. I).
• Zet een winkelhaak (37) tegen de geleider (7)
en de linkerzijde van het blad zodat een hoek van
exact 90° ontstaat (fig. H).
Laat de winkelhaak niet in aanraking
komen met de tanden van het zaagblad.
nl - 6
• Duw de klemhendel (28) naar de zaagtafel (9)
terug om de aanslag vast te zetten (fig. D).
• Trek de blokkeerstift (36) naar buiten en zet de
arm weer in de hoogste ruststand.
• Controleer of de 0°-markering op de schaal (29)
in lijn is met de rand van de sleuf (30) (fig. H).
Het afstellen geschiedt als volgt:
• Draai de schroeven (38) los.
• Breng de 0°-markering op de schaal (29) in lijn
met de rand van de sleuf (30).
• Draai de schroeven (38) weer vast.
Instellen van de vonkbeschermer (fig. J)
• Draai de schroef (39) los.
• Stel de vonkbeschermer (40) correct in.
• Draai de schroef (39) vast.
Aanwijzingen voor gebruik
• Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht
en houdt u aan de geldende voorschriften.
• Oefen geen overmatige druk uit op de
machine.
• Voorkom overbelasting. Laat de machine
in geval van oververhitting een paar
minuten onbelast draaien.
Alvorens met de machine te gaan werken:
• Monteer het juiste zaagblad. Gebruik alleen
scherpe zaagbladen. Het toerental van de
machine mag niet hoger zijn dan dat van het
betreffende zaagblad.
• Controleer de draairichting van het blad aan de
hand van de pijlen op de machine en het hulpstuk.
• Zet het werkstuk stevig vast.
• Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed
vastgedraaid zijn.
• Stel altijd de vonkbeschermer correct in.
• Probeer geen extreem kleine werkstukken te
zagen. Zaag nooit gebundelde kleine werkstukken.
Zagen (fig. A)
• Leg het werkstuk tegen de geleider (7) en zet het
vast met de materiaalklem (6).
• Schakel de machine in en trek de
bedieningshendel (2) omlaag om het werkstuk af
te korten. Laat de motor eerst op volle snelheid
komen, voordat u met zagen begint.
• Laat het blad vrij zagen. Niet forceren.
53