5. Als er niets gebeurt. Als het lampje voor de instelling en het voedingslampje branden maar de andere lampjes uit zijn, kan dit te
wijten zijn aan een slecht contact met het chassis of aan een defecte accu. Een andere mogelijke oorzaak is een te lage spanning
op het stopcontact. Begin door de aansluitingen tussen de accu en de lader te verbeteren.
6. Het laden kan op elk ogenblik onderbroken worden door het voedingssnoer van de lader los te koppelen. Ontkoppel altijd eerst
het voedingssnoer voor u de accudraden losmaakt. Wanneer u stopt met het laden van een accu in een voertuig, moet u altijd de
accudraad van het chassis loskoppelen voor u de andere accudraad losmaakt.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE MULTI XT 14000 EN DE XT 14000
Denk eraan dat een 4V systeem in de meeste gevallen meer dan één accu omvat. Deze accu's zijn onderling verbonden voor een
4V spanning, maar de afzonderlijke accu's hebben doorgaans een lagere spanning. Het is dan ook belangrijk dat de lader correct
wordt aangesloten.
ACCUTYPES EN INSTELLINGEN
De XS 5000 en de XT 14000 zijn geprogrammeerd conform de "PROGRAMMABESCHRIJVING" met vaste instellingen. U
kunt de MULTI XS 5000 en de MULTI XT 14000 makkelijk instellen voor verschillende types van accu's of omstandigheden. De
volgende aanbevelingen zijn niet meer dan richtlijnen. Raadpleeg de fabrikant van de accu voor verdere instructies.
U kunt de instellingen regelen door te drukken op de Instellingen-knop en zo stap voor stap alle instellingen te doorlopen tot u de
gewenste instelling bereikt. Laat dan de knop los. Na ongeveer seconden activeert de lader de gekozen instelling. De gekozen
instelling wordt bewaard in het geheugen van de lader, ook als de lader wordt ontkoppeld van de accu en het stopcontact.
NORMAAL - Normale instelling voor natte accu's, onderhoudsvrije accu's en de meeste Gel-accu's. Voor
NORMAL
sommige Gel-accu's is een iets lagere laadspanning aanbevolen. Raadpleeg bij twijfel de fabrikant van de
accu.
SUPPLY
VOEDING - De lader functioneert tegen een constante spanning. Dit is de druppellading voor toepassingen
waarbij de maximale capaciteit van de accu belangrijk is, zoals een vloerreinigingsmachine en golfwagentjes.
Denk eraan dat de vonkvrije werking is uitgeschakeld bij deze instelling.
RECOND - Met deze instelling kunt u accu's herladen die zo zwaar ontladen zijn dat het accuzuur in lagen
verdeeld is (hoog zuurgewicht onderaan, laag bovenaan). Raadpleeg bij twijfel de fabrikant van de accu.
Wees voorzichtig bij het gebruik van deze instelling, want de hoge spanning zal zorgen voor waterverlies. 16V
vormt normaal geen probleem voor de elektronica in een 1V systeem, net zomin als 3V in een 4V systeem.
RECOND
Raadpleeg bij twijfel uw leverancier. De levensduur van lampen wordt ingekort bij een hogere spanning. U
kunt tijdens deze fase dan ook proberen de lampen van de accu te ontkoppelen. U verkrijgt een maximaal
effect en een minimaal risico voor de elektronica als u de accu in losgekoppelde toestand oplaadt.
LAADFASEN
MULTI XS 5000, XS 5000, MULTI XT 14000 en XT 14000 laden en analyseren in acht volledig automatische stappen. De
MULTI XS 5000 en de MULTI XT 14000 bezitten drie verschillende bedrijfsmodi, zie Accutypes en Instellingen.
De acculader werkt volgens een volledig automatische laadcyclus in 8 stappen:
Desulfatering
De desulfatering met pulsen zorgt voor het herstel van gesulfateerde accu's. Wordt aangeduid met lampje 1.
Soft start (Lamp 1)
Startmodus voor de laadcyclus. De startfase houdt aan tot de spanning op de accuklemmen gestegen is tot de ingestelde drem-
pelwaarde, waarna de lader overschakelt op bulkladen. Als de spanning op de accuklemmen niet de drempelwaardeheeft bereikt
binnen de tijdslimiet, schakelt de lader over op de storingsmodus(lampje 0) en wordt het laden stopgezet. Als dat gebeurt, wijst dit
erop dat de accu defect is of een te grote capaciteit heeft.
Bulk (Lamp 2)
Hoofdladen, in deze fase vindt 80% van het laden plaats. De lader levert een maximale stroom af tot de spanning op de accuklem-
men een vooraf ingesteld niveau bereikt. Het bulkladen heeft een maximum tijd, waarna de lader automatisch overschakelt op
Absorptie.
Absorptie (Lamp 3)
Complete oplading tot vrijwel 100%. De spanning op de accuklemmen wordt behouden op het ingestelde niveau. Tijdens deze
fase wordt de stroom in opeenvolgende stappen verlaagd. Zodra de stroom verlaagd is tot de ingestelde limietwaarde, schakelt
deze fase over op tijdsturing. Als de totale tijd voor de Absorptie hoger ligt dan detijdslimiet, schakelt de lader automatisch over op
onderhoudslading.
Analyse (Lamp 3)
Test van de zelfontlading. Als de zelfontlading te hoog ligt, wordt het laden onderbroken en wordt een storing aangegeven.
NL • 3