6.2.4. DE FLOWAANSLUITING GEBRUIKEN (DE FLOW INSTELLEN)
•
Controleer of de flowregelaar op NUL staat
•
Controleer of de accessoire aangesloten is op de flowaansluiting.
•
Open langzaam de afsluiter van het combinatieventiel door het handwiel
met één tot anderhalf omwentelingen linksom te draaien.
Het te snel openen van het afsluitventiel kan tot brand- en explosiege-
vaar leiden door uitstromend zuurstof. Het niet voldoende openen van het
hoofd afsluitventiel kan tot een te geringe gasafgifte leiden.
•
Stel de flowregelaar in op een stroomsnelheid.
Controleer of de flowregelaar ineensluit en niet tussen twee instellingen
blijft staan, omdat in dat geval niet de juiste hoeveelheid gas wordt afge-
geven.
Draai de flowregelaar niet met kracht verder als deze blijft staan op de
stand voor de maximale stroomsnelheid of op de nulstand..
De flow hoeveelheid van zuurstof moet door een arts worden voorge-
schreven en toegediend worden door geauthoriseerd personeel.
Na de behandeling
•
Sluit het afsluitventiel op de cilinder door het handwiel rechtsom te draaien
tot de "stop"stand. Draai het afsluitventiel niet met teveel kracht dicht.
•
Van de aangesloten accessoires ontlucht de gasdruk.
•
Als het niet tot ontluchting komt, stel dan de stroomregelaar in op de "0"
stand – totdat de regelaar van de stroom in de juiste stand komt te staan.
•
Ontkoppel de slangen en /of bevochtiger van de stroomuitlaat/tule.
6.2.5. DE SNELKOPPELING GEBRUIKEN
•
Controleer of de bedieningsknop op NUL staat (indien aanwezig).
•
Controleer of er GEEN accessoire is aangesloten op de snelkoppeling.
•
Open langzaam het afsluitventiel van het combinatieventiel door het hand-
wiel met één tot anderhalf omwentelingen linksom te draaien..
Het te snel openen van het afsluitventiel van de cilinder kan tot brand- en
explosiegevaar leiden door uitstromend zuurstof. Het niet voldoende ope-
nen van het hoofd afsluitventiel kan tot een te geringe gasafgifte leiden.
•
Sluit de accessoire aan op de snelkoppeling.
Na de behandeling
•
Sluit het afsluitventiel door het handwiel rechtsom te draaien tot de
"stop"stand.
•
Draai het afsluitventiel niet met teveel kracht.
•
Verlaag de gasdruk van de aangesloten apparaten.
•
Verwijder de connector van de snelkoppeling.
6.3. NA GEBRUIK
•
Draai handmatig de schroef in de richting van de klok tot de "stop" positie
en sluit het ventiel. Gebruik niet te veel kracht.
•
Controleer of de flowregelaar op "0" staat – zolang de stroom regelaar niet
op de juiste positie staat (geldt alleen voor de producten met de flowmeter
optie).
43/195
NL