8.5. Initieel opstarten bij lage buitentemperaturen
Bij de eerste keer opstarten en wanneer de watertemperatuur laag is,
is het belangrijk dat het water geleidelijk wordt opgewarmd. Anders
kan de betonnen vloer barsten door de plotse temperatuur-
verandering. Neem contact op met de verantwoordelijke aannemer
voor de betonwerken voor meer informatie.
De laagste ingestelde temperatuur van uittredend water kan worden
verlaagd tot op een waarde tussen 15°C en 25°C door de lokale
instelling
[9-01]
(onderste
veranderen. Zie "8.9. Lokale instellingen" op pagina 26.
INFORMATIE
Indien de temperatuur van het uittredend water tussen
15°C en 25°C ingesteld is, zal enkel de backupverwarming
verwarmen.
INFORMATIE
De
functie
"Droogprogramma
verwarming" biedt de mogelijkheid om automatisch
geleidelijk op te warmen. Zie "9.4. Droogprogramma voor
dekvloer vloerverwarming" op pagina 43.
8.6. Controles vóór ingebruikname
Controle vóór eerste opstart
GEVAAR
Schakel alle relevante voedingen uit voordat u aansluitingen
uitvoert.
Controleer na de installatie van de unit de volgende punten vooraleer
de stroomonderbreker in te schakelen:
1
Installatie
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om abnormale
geluiden en trillingen te voorkomen bij het starten van de unit.
2
Lokale bedrading
Zorg dat de lokale bedrading tussen het lokale stroompaneel en
de binnenunit, buitenunit en binnenunit, binnenunit en kleppen
(indien van toepassing), binnenunit en kamerthermostaat
(indien van toepassing), en binnenunit en tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik is uitgevoerd volgens de in hoofdstuk
"7. Werk
aan
de
elektrische
beschreven instructies, volgens de bedradingsschema's en de
toepasbare wetgeving.
3
Zekeringen of beveiligingen
Controleer of het type en de waarde van de zekeringen of de
lokaal gemonteerde beveiligingen overeenstemmen met de
vereisten
vermeld
in
specificaties" op pagina 50. Zorg ervoor dat er geen zekering of
beveiliging is overgeslagen.
4
Stroomonderbreker backupverwarming F1B/F3B
Vergeet
niet
om
de
backupverwarming F2B in de schakelkast in te schakelen (F1B/
F3B, afhankelijk van het type backupverwarming). Zie het
bedradingsschema.
5
Stroomonderbreker F2B boosterverwarming
Vergeet niet de stroomonderbreker F2B van de booster-
verwarming in de schakelkast in te schakelen (geldt alleen voor
units met optionele tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik).
6
Aarding
Zorg ervoor dat de aardkabels correct zijn aangesloten en de
aardklemmen stevig zijn vastgemaakt.
(1) Enkel van toepassing voor een tank met ingebouwde elektrische
boosterverwarming (RKHW*).
Montagehandleiding
25
limiet
verwarmingsinstelpunt)
voor
dekvloer
vloer-
bedrading"
op
pagina 17
het
hoofdstuk
"12. Technische
stroomonderbreker
van
(1)
7
Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische componenten in de schakelkast zichtbaar zijn.
8
Bevestiging
Controleer of de unit correct gemonteerd is om abnormale
geluiden en trillingen te voorkomen bij het opstarten van de unit.
9
Beschadigde onderdelen
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
te
onderdelen of platgedrukte leidingen.
10 Koelmiddellek
Controleer de binnenkant van de unit op koelmiddellekken.
Raadpleeg uw plaatselijke dealer als er een koelmiddellek is.
11 Voedingsspanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de unit.
12 Leidingmaat en leidingisolatie
Zorg dat de juiste leidingmaten zijn geïnstalleerd en dat de
isolatie naar behoren is aangebracht.
13 Afsluiters
Controleer of de afsluiters op de buitenunit (gas en vloeistof) wel
volledig open zijn.
14 Ontluchtingsklep
Zorg ervoor dat de ontluchtingsklep open staat (minstens
2 draaien).
15 Drukveiligheidsklep
Open de drukveiligheidsklep om te controleren of de
backupverwarming volledig gevuld is met water. Er moet water
uitkomen in plaats van lucht.
LET OP
De backupverwarming zal schade oplopen als u het
systeem gebruikt terwijl de backupverwarming niet
volledig gevuld is met water!
16 Waterlekken
Controleer de binnenkant van de unit op waterlekken. Sluit
ingeval van een waterlek de waterinlaat- en uitlaatkleppen en
neem contact op met uw plaatselijke verdeler.
17 Afsluiters
Zorg ervoor dat de afsluiters correct geïnstalleerd zijn en
helemaal open staan.
LET OP
Wanneer u het systeem met gesloten kleppen
gebruikt, wordt de pomp beschadigd!
8.7. Onder spanning brengen van de binnenunit
Wanneer de stroomvoorziening naar de unit wordt ingeschakeld,
verschijnt op de gebruikersinterface "88" terwijl deze wordt
de
geïnitialiseerd, wat tot 30 seconden kan duren. In deze fase kan de
gebruikersinterface niet worden gebruikt.
RKHBH/X016BB
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW62576-2 – 10.2010