3.2 INSTALLATIE
Deze machine moet in een voldoende geventileerde ruimte geïnstalleerd worden om de
ophoping van onaanvaardbare concentraties van schadelijke deeltjes voor de gezondheid te
voorkomen.
De installatie mag enkel door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Installatie die afwijkt
van toepasselijke voorschriften of specificaties van de fabrikant zullen de garantie opheffen.
Onderdelen beschermd tegen manipulatie (bijv. verfverzegeld) door de fabrikant mogen enkel
door een geautoriseerde onderhoudstechnieker bijgesteld worden. Deze mogen niet door de
installateur worden gemanipuleerd.
De verantwoordelijkheid voor alle aansluitingen voor een correcte werking van de machine ligt
bij de gebruiker.
3.3 UITPAKKEN
Bij ontvangst van de machine. Verwijder alle verpakkings- en transportmateriaal inclusief
alle plastic beschermlagen op de behuizing.
Behoud alle verpakkings- en transportmateriaal tot u er zeker van bent dat er geen schade
(buiten- en binnenkant) aan de machine is aangebracht tijdens het transport. Het is de
plicht van de aankoper om eventuele schade onmiddellijk te melden aan de transportfirma.
3.4 LOCATIE
Kies een locatie voor de machine met rondom een vrije ruimte van minimum 0,6 m voor
1.
bediening, onderhoud en eventuele herstelwerken.
Plaats de machine in zijn correcte werkpositie. Plaats de machine op een vlakke, stevige
2.
en droge ondergrond.
Om een optimale stabiliteit te verzekeren, is het ten zeerste aanbevolen dat de machine
3.
in de breedte en de diepte waterpas staat.
3.5 ELEKTRISCHE AANSLUITING
De aansluiting op het elektriciteitsnet moet worden voorzien binnen het bereik van
1.
de stroomkabel van de machine. Gebruik geen verlengkabels om de machine op het
elektriciteitsnet aan te sluiten.
Lees de gegevens op het identificatieplaatje en zorg ervoor dat de aansluitingen in
2.
overeenstemming worden gemaakt met de specificaties van de stroomtoevoer. De
elektrische aansluitingen worden door een gekwalificeerde sevicetechnieker uitgevoerd,
die de veiligheids- en lokale elektriciteitsvoorschriften respecteert.
Controleer de correcte aansluiting (draaizin) van de machine. Bij foute draaizin zal de
3.
motor draaien, maar de messen en de drukplaat zullen niet bewegen. Indien nodig
moeten 2 fase kabels van plaats worden verwisseld.
Vooraleer de machine op het elektriciteitsnet aan te sluiten, zorg ervoor dat:
Een zekeringschakelaar geplaatst is binnen 2 m van de machine.
1.
2.
Er een wartel en spanring rond de stroomtoevoerkabel zit bij invoeropening in de
machine.
Alle kabelaansluitingen gecontroleerd worden en vast zitten.
3.
Eens de elektrische aansluiting is gemaakt, is de machine klaar voor gebruik.
NL
5