Display AM.
Geeft in alle lasprocessen met een getal het volgende
weer: de booglengte in synergische MIG-processen en
de lasspanning in conventionele MIG-processen.
Het geeft de lasspanning (LED AH) weer in volt. Het geeft
de booglengte (LED AH uitgeschakeld) weer als een getal
tussen -9,9 en +9,9; 0 is de aanbevolen waarde.
Voor de parameters in de MIG-onderhoudsfuncties die
worden weergegeven op het display AM, zie de paragraaf
over onderhoudsfuncties.
Voor de parameters in de MMA- en TIG-onderhoudsfunc-
ties die worden weergegeven op het display AM, zie de
paragraaf over onderhoudsfuncties.
Wanneer het apparaat in de foutmodus staat, geeft dit
display de betreffende foutcode tussen 1 en 99 weer.
Selectietoets AO.
Bij elke druk op deze toets wordt het gekozen proces
weergegeven door LED AP/AQ/AR/AS/AT.
LED AP Pulserend MIG.
Geeft aan dat het gekozen proces pulserend synergisch
MIG-lassen is.
LED AQ SYNERGISCH MIG.
Geeft aan dat het gekozen proces synergisch MIG-lassen is.
LED AR CONVENTIONEEL MIG.
Geeft aan dat het gekozen proces conventioneel MIG-
lassen is.
LED AS TIG.
Geeft aan dat het gekozen proces TIG-lassen is.
LED AT MMA.
Geeft aan dat het gekozen proces MMA-lassen is.
Selectietoets AU.
Bij elke korte druk wordt de 2-taktmodus (HANDMATIG)
of de 4-taktmodus (AUTOMATISCH) gekozen. De keuze
wordt weergegeven op het display AL.
In de 2-taktmodus begint het apparaat te lassen wanneer
de toortsschakelaar wordt ingedrukt en stopt het wan-
neer de schakelaar wordt losgelaten.
In de 4-taktmodus drukt u de toortsschakelaar in en laat
u hem los om te beginnen met lassen; om het lassen te
onderbreken, moet u de schakelaar nogmaals indrukken
en loslaten.
Selectietoets AV (WERK)
Hiermee kunt u processen opslaan en de opgeslagen
processen oproepen.
Om een werktoestand (JOB) op te slaan, houdt u de toets
AV minstens 3 seconden lang ingedrukt. De LED AZ licht
op, op het display AL knippert de afkorting STO en op het
display AM knippert het nummer van de eerste beschik-
bare positie. De knop AN wordt gebruikt om de opslag-
positie te kiezen; druk nogmaals op de toets AV tot het
opslaan wordt bevestigd met een geluid en het gekozen
nummer stopt met knipperen.
Om het opgeslagen nummer op te roepen, drukt u kort op
de toets AV en roept u het nummer op met de knop AN.
Tot 99 paar stroom-/spanningswaarden kunnen worden
opgeslagen.
Om een opgeslagen nummer te verwijderen, drukt u de
toets AV minstens 3 seconden lang in, draait u aan de
knop AI tot het display AL de afkorting DEL weergeeft, en
drukt u vervolgens nogmaals 3 seconden lang op de
toets AV.
Na het opslaan van een stroom-/spanningsparameter kan
hij worden opgeroepen om hem te wijzigen of te gebrui-
ken. Om hem op te roepen, drukt u de toets AV minstens
3 seconden lang in, geeft u met de knop AI het op te roe-
pen nummer weer en geeft u op het display AL met de
knop AN de afkorting rcL weer; druk daarna gewoon 3
seconden lang op de toets AV.
LED AZ WERK.
Geeft aan dat u zich in het opslagmenu van opgeslagen
werkpunten bevindt.
Selectietoets AY.
Gastest.
Wanneer deze toets wordt ingedrukt, begin het gas te
stromen; druk nogmaals om de gasuitvoer te stoppen.
Als de toets geen tweede keer wordt ingedrukt binnen 30
seconden, wordt de gasuitvoer onderbroken.
Selectietoets AW.
Draadtest.
Hiermee kan de draad worden aangevoerd zonder dat er
stroom of spanning aanwezig is.
Wanneer deze toets wordt ingedrukt, wordt de draad
gedurende de eerste 5 seconden aangevoerd met een
snelheid van 1 meter per minuut. Daarna neemt de snel-
heid toe tot 8 meter per minuut.
Wanneer deze toets wordt losgelaten, stopt de motor
onmiddellijk.
5. ONDERHOUDSFUNCTIES.
Druk op de toets AE en houd hem minstens 3 seconden
lang ingedrukt om het submenu te openen. Door aan de
knop AI te draaien, kiest u de functie, die wordt weerge-
geven op het display AL. Door aan de knop AN te draai-
en, kiest u het soort bewerking of de waarde, die wordt
weergegeven op het display AM. Om terug te keren naar
het normale display, drukt u de toets AE in en laat u hem
onmiddellijk los.
5.1. MIG-PROCES.
1-
H2O (waterkoelunit, optioneel).
Draai aan de knop AN om het soort bewerking te kiezen:
OFF = uit, ON C = altijd aan, ON A = automatisch bij
opstarten.
Wanneer de automatische modus is gekozen, begint de
pomp onmiddellijk te werken bij elk lasstartcommando en
stopt hij 3 minuten nadat het lassen is voltooid.
Bij het opstarten van de stroombron vindt telkens een
korte pomptest plaats gedurende 15 seconden.
Als onvoldoende druk wordt vastgesteld, gaat het appa-
raat in de waarschuwingsmodus en knippert H2O op het
display AM.
Als deze toestand van lage druk langer dan 30 seconden
aanhoudt, wordt de pomp uitgeschakeld en gaat het
apparaat in de foutmodus (ERR 75).
2- TRG.
Actief in MIG-lasprocessen. Keuze tussen 2-takt (2t) of
4-takt (4t), 3 niveaus (3L), keuze tussen 2t en 4t met de
selectietoets AU, zonder de onderhoudsfuncties in te
schakelen.
79