5
Optioneel: Werken met de laserontvanger
Gebruik een laserontvanger (optioneel) voor het nivelleren op grote
afstanden of in geval van niet meer zichtbare laserlijnen.
Voor werkzaamheden met de laserontvanger schakelt u de lijnlaser met
de toets in de handontvangermodus (10). Nu pulseren de laserlijnen met
een hoge frequentie en de laserlijnen worden donkerder. De laseront-
vanger kan de laserlijnen dankzij het pulseren registreren.
!
Neem de gebruiksaanwijzing van de dienovereenkomstige
laserontvanger in acht.
Controleren van de verticale lijn:
Apparaat op ca. 5 meter van de wand opstellen, aan de wand een lood met
ongeveer 2 meter draad bevestigen, de draad moet vrij kunnen pendelen,
apparaat instellen in de verticale positie en wanneer u de draad nadert, mag
het verschil niet meer zijn dan 1,5 mm. In dat geval blijft u binnen de gestelde
tolerantie.
Controleren van de horizontale lijn:
Apparaat op ca. 5 meter van de wand opstellen,
en het laserkruis instellen, punt B aan de wand
markeren, laserkruis ca. 2,5 meter naar rechts
draaien en punt C markeren. Controleer nu of of
de waterpaslijn van punt C op gelijke hoogte ligt met punt B - met een
tolerantie van max. 2 mm. Dezelfde controle kunt u tevens naar links uitvoeren.
!
Controleerd u regelmatig de afstelling voor u de laser gebruikt, ook na
transport en wanneer de laser langere tijd is opgeborgen geweest.
Handontvangermodus
CombiCross-Laser 5 DLD
B
2,5 m
C
23
NL