6. Beschrijving en werking
6.1 Productomschrijving (Fig. 1)
Nr.
Beschrijving onderdeel
1
Kabel en vlotterschakelaar
2
Bevestigingsklem (clip) voor vlotterschakelaar
3
Dopmoer
4
Huis
5
Motordeksel boven
6
Schroef
7
Motorhuis
8
Asafdichtring
9
Borgring
10
Ring
11
Mechanische afdichting
12
Afdichting
13
O-ring
14
Afdichtingshuis
15
Schroef
16
Asafdichtring
17
O-ring
18
Draagring
19
Schroef
20
Pomphuis
21
Waaier
22
Ring
23
Dopmoer
24
Zuigzeef
25
Schroef
26
Slangmondstuk Ø 32 mm/R 1 (zond. afb.)
27
Terugslagklep (zond. afb.)
28
Leiplaat
29
Wervelinrichting
De pomp kan compleet in de vloeistof worden
ondergedompeld.
Het huis van de dompelpomp bestaat uit roestvrij
staal.
De elektromotor is beveiligd tegen de pompruim-
te d.m.v. een asafdichtring voor de afdichting
van motor en olieruimte en d.m.v. een mechani-
sche afdichting voor de afdichting van olieruimte
en vloeistof. Om de mechanische afdichting bij
droogloop te smeren en te koelen is de kamer van
de mechanische afdichting gevuld met medische
witte olie. Een andere asafdichtring beschermt de
mechanische afdichting aan de vloeistofzijde.
De motor wordt gekoeld door de vloeistof erom-
heen.
De pomp wordt op de bodem van een schacht
gezet. Bij een stationaire opstelling wordt deze
aan een vaste persleiding geschroefd, bij een
transportabele opstelling aan een slangverbinding.
De pompen worden in bedrijf gesteld door de ran-
daardestekker erin te steken.
Zij werken automatisch, doordat de vlotterscha-
kelaar vanaf een bepaald waterpeil "h" (fig. 2) de
pomp inschakelt en deze bij een minimaal water-
WILO SE 09/2014
peil "h1" uitschakelt.
De motoren hebben een thermische motorbe-
veiliging die de motor bij overmatige verwarming
automatisch uitschakelt en na afkoeling weer
inschakelt. De condensator is in de 1-fasige motor
geïntegreerd.
Uitvoering TSW met werveli
Voor vuilwater met zinkende en zwevende deel-
tjes is de dompelpomp uitgerust met een wer-
velinrichting aan de zuigkorf. Vuildeeltjes die
zich afzetten, dwarrelen in het zuigbereik van
de pomp continu op en worden met het water
weggepompt.
Daardoor wordt het dichtslibben van de pomp-
schacht en de hieruit voortvloeiende gevolgen,
zoals verstopping van de pomp en reukvorming,
grotendeels voorkomen.
Als de afvoer van het vuilwater niet mag worden
onderbroken, wordt er een tweede pomp (auto-
matische reservepomp) in combinatie met een
vereist schakeltoestel (toebehoren) ingezet om
de bedrijfszekerheid te garanderen bij een storing
van de eerste pomp.
7. Installatie en elektrische aansluiting
GEVAAR ! Levensgevaar !
Een ondeskundige installatie en elektrische
aansluiting kunnen levensgevaarlijk zijn.
• Installatie en elektrische aansluiting alleen
door vakpersoneel en volgens de geldende
voorschriften laten uitvoeren!
• Voorschriften ter voorkoming van ongevallen
in acht nemen!
7.1 Installatie
De pomp is bestemd voor een stationaire of
transportabele opstelling.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige
hantering.
Pomp met behulp van een ketting of kabel
alleen aan de beugel hangen, nooit aan de
elektro-/vlotterkabel of leiding-/slangaanslui-
ting.
• De plaats van opstelling/schacht van de pomp
moet vorstvrij zijn.
• De schacht moet voor de installatie en inbedrijf-
name vrij zijn van grove deeltjes (bijv. puin, etc.).
• De aard van de schacht moet een ongehinderde
beweging van de vlotterschakelaar garanderen.
Nederlands
31