Inhoud:
1
2
2.1
2.2
2.3
Lijst van kabels
3
3.1
3.2
3.3
Bevestiging van de beugels van de eindschakelaar
in de uitvoeringen met inductieve eindschakelaar 164
3.4
3.5
3.6
4
Eindcontroles en inbedrijfstelling
4.1
Keuze van de looprichting
4.2
Aansluiting van de stroomtoevoer
4.3
Herkenning van de inrichtingen
4.4
Herkenning van de vleugellengte
4.5
4.6
4.7
5
5.1
5.2
6
6.1
6.2
7
Nadere details
7.1
7.2
Programmeren
158
Run
1800/1800P
2500/2500P
pag.
159
7.2.1
Functies eerste niveau
(functies ON-OFF)
7.2.2
Programmering eerste niveau
160
(functies ON-OFF)
162
7.2.3
Functies tweede niveau
162
(instelbare parameters)
7.2.4
Programmering tweede niveau
163
(instelbare parameters)
163
7.2.5
Voorbeeld van programmering eerste niveau
163
(functies ON-OFF)
7.2.6
(instelbare parameters)
165
7.3
Bijplaatsen of wegnemen van inrichtingen
165
7.3.1
BlueBUS
166
7.3.2
Ingang STOP
7.3.3
166
7.3.4
Fotosensor FT210B
166
7.3.5
RUN in modus "Slave"
166
7.3.6
Herkennen van andere inrichtingen
166
7.4
Speciale functies
167
7.4.1
Functie "Open altijd"
167
7.4.2
Functie "Beweeg in ieder geval"
167
7.4.3
167
7.4.4
Waarschuwing voor onderhoud
7.5
Aansluiting andere inrichtingen
167
7.6
Oplossen van problemen
168
7.6.1
Lijst historie anomalieën
168
7.7
Diagnostiek en signaleringen
7.7.1
168
7.7.2
Signalering op de besturingseenheid
168
7.8
Accessoires
168
7.8 .1
169
8
169
Aanwijzingen en aanbevelingen bestemd voor de
169
gebruiker van de reductiemotor RUN
169
170
170
171
172
172
172
172
173
173
173
174
175
175
175
175
175
176
177
177
177
178
178
179
179
180
181