In dit geval komt de Ketel automatisch tot stilstand en voert de uitdooffase uit. Op het display wordt een bericht met de
reden voor het uitdoven weergegeven (zie hieronder de diverse signaleringen).
Haal tijdens het uitdoven wegens een blokkering de stekker nooit uit het stopcontact.
Bij blokkering moet eerst de doofprocedure uitgevoerd worden om de Ketel te kunnen ontsteken (600 seconden met gelu-
idmelding). Druk vervolgens op de toets ESC.
Ontsteek de Ketel nooit zonder dat u de oorzaak van de blokkering vastgesteld en de vuurhaard GEREINIGD/GELEEGD
heeft.
SIGNALERING VAN DE MOGELIJKE OORZAKEN VAN DE BLOKKERINGEN, INDICATIES EN OPLOSSINGEN
(alleen weergegeven op het synoptische paneel dat zich op de ketel bevindt):
1) Signalering:
AL 01 (treedt in werking wanneer de temperatuurmeter defect of losgekoppeld is).
Storing:
uitdoving wegens defecte of losgekoppelde temperatuurmeter.
Handelingen:
• Controleer de aansluiting van de thermokoppel op de kaart
• Controleer de functionering tijdens een keuring bij koude Verwarmingsketel.
2) Signalering:
AL 02 Defect motor rookafvoer (ingreep wanneer de sensor van de toeren voor rookuitstoot een afwijking
detecteert)
Storing:
Doving door daling van de rooktemperatuur
Handelingen:
• Controleer de werking van de rookuitstoot (aansluiting van de sensor voor de toeren) en de kaart (Dealer)
• Controleer de reiniging van het rookkanaal;
• Controleer het elektrische circuit en de aarding.
• Controleer de elektronische kaart (Dealer)
3) Signalering:
SF (H3) Stop/Flame: (ingreep wanneer het thermokoppel een kleinere rooktemperatuur waarneemt dan de
ingestelde waarde en dit interpreteert als afwezigheid van vlam)
Storing:
Doving door daling van de rooktemperatuur
Handelingen:
De vlam kan afwezig zijn door
• gebrek aan pellet
• te veel pellet heeft de vlam gedoofd, controleer de kwaliteit van de pellets (Dealer)
• Controleer of de maximumthermostaat ingeschakeld is (dit gebeurt zelden aangezien dit beantwoordt aan
Over temperatuur rookgas (dealer)
• Controleer of de drukschakelaar de stroomtoevoer naar de reductiemotor heeft onderbroken omwille van een
verstopte schoorsteenpijp of een andere reden.
4) Signalering:
AF (H4) Ontsteking mislukt (grijpt in indien in een maximum tijd van 15 minuten geen vlam verschijnt of de
ontstekingstemperatuur niet werd bereikt).
Storing:
Doving door niet correcte rooktemperatuur bij de ontsteking.
Onderscheid de volgende twee gevallen:
Er is GEEN vlam
Handelingen:
Controleer: - de positie en netheid van het haardonderstel;
Er is een vlam maar, na de boodschap Start, verschijnt de boodschap Start Failed
Handelingen:
Controleer (Dealer):
• de goede werking van het thermokoppel;• de geprogrammeerde ontstekingstemperatuur in de parameters.
5) Signalering:
AL 05 blokkering black out (dit is geen defect van de ketel).
Storing:
Uitdoven door gebrek aan elektrische energie
Handelingen:
Controleer de elektrische aansluiting en eventuele spanningsvallen.
6) Signalering:
AL 06 thermokoppel defect of losgekoppeld
Storing:
Uitdoving door defect of ontkoppeld thermokoppel
Handelingen: Controleer de aansluiting van het thermokoppel met de kaart : controleer de werking bij het koud
7) Signalering: AL 07 over temperatuur rookgas (uitdoving door te hoge temperatuur van de rook)
Storing:
Uitschakeling omdat de maximumtemperatuur van het rookgas is overschreden.
Een te hoge temperatuur van het rookgas kan afhankelijk zijn van: het soort pellets, een defecte rookafvoer,
verstopt kanaal, foute installatie, "op drift raken" van de reductiemotor, gebrek aan een luchttoevoer in het vertrek.
MOGELIJKE STORINGEN
- de aanvoer van verbrandingslucht in het haardonderstel (Dealer);
- de goede werking van de weerstand;
- de omgevingstemperatuur (indien minder dan 3°C, gebruik dan een aanmaakblokje) en de
vochtigheidsgraad.
Probeer aan te steken met een aanmaakblokje
- 135
- 135
-
-