Belangrijke Veiligheidsvoorschriften; Installatie - Laguna PT1620 Guía De Instalación Y De Mantenimiento

BELANGrijKE VEiLiGHEiDSVOOrSCHriFtEN

Lees deze instructies aandachtig vóór de installatie en het gebruik.
WAArSCHUWiNG
- Om verwondingen te vermijden, dient u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht te nemen:
LEES EN VOLG ALLE VEiLiGHEiDSVOOrSCHriFtEN
en alle belangrijke installatie- en onderhoudsrichtlijnen alvorens dit toestel te gebruiken.
GEVAAr
1. - Om mogelijke elektrische schokken te vermijden, dient u speciale voorzorgen te nemen, aangezien u bij het gebruik
van de vijveruitrusting in contact komt met water.
2. In elk van de onderstaande situaties mag u zelf niet overgaan tot de herstelling, maar dient u het toestel voor onderhoud terug te
zenden naar een erkende Laguna-verdeler, of het weg te gooien.
A. Dompel het toestel niet in water! Als het toestel in het water valt, probeer het er dan niet meteen uit te halen; trek eerst de
stekker uit het stopcontact alvorens het uit het water te halen.
B. Controleer het toestel zorgvuldig na de installatie. Het mag niet worden ingeschakeld als er water te zien is op delen die niet
nat mogen zijn. Als elektrische onderdelen van het toestel nat zijn, trek dan de stekker onmiddellijk uit.
3. Dit toestel is niet geschikt om gebruikt te worden door personen (met inbegrip van kinderen) met sterk verminderde fysieke of
mentale capaciteiten, tenzij zij in de gaten worden gehouden door of instructies over de gebruikswijze van het toestel hebben
gekregen van iemand die instaat voor hun veiligheid. Kinderen moeten steeds in de gaten worden gehouden, om er zeker van te
zijn dat ze niet met het toestel spelen.
4. BELANGrijK: Trek de stekker steeds uit het stopcontact wanneer het toestel niet wordt gebruikt, vóór het toevoegen of verwijderen
van onderdelen, en vóór het schoonmaken of het onderhoud. Ruk het snoer nooit los en trek het toestel nooit op aan het snoer.
5. Gebruik het toestel niet voor andere doeleinden dan waarvoor het bedoeld is.
• Gebruik dit toestel niet in zwembaden of andere situaties waar mensen in contact komen met water. ENKEL tE GEBrUiKEN
VOOr VijVErS.
• De temperatuur van de werkomgeving moet tussen 2°C en 35°C (35,6ºF ~ 95ºF) liggen, op een droge en verluchte locatie,
zodat de luchtpomp niet oververhit geraakt.
• Gebruik dit toestel enkel met zoet water. Dit toestel is niet gecontroleerd op gebruik met zout water.
• De luchtpomp moet 30 cm (12") boven het waterpeil worden geïnstalleerd en mag niet bewegen, zodat er geen vloeistof
terug naar de luchtpomp kan stromen.
6. Zorg dat de luchtpomp stevig vaststaat alvorens ze te gebruiken.
7. Gebruik geen enkel toestel wanneer de kabel of stekker beschadigd is, als het slecht werkt of op eender welke manier gevallen of
beschadigd is. De voedingskabel van dit toestel kan vervangen worden; als de kabel beschadigd is, stuur de luchtpomp dan terug
naar de onderhoudsafdeling van Laguna of een geschoold technicus.
8. Raak geen bewegende of warme onderdelen aan, om verwondingen te vermijden.
9. LEt OP – Schakel altijd alle elektrische toestellen in de vijver uit of trek de stekker uit voor u uw handen in het water steekt,
voor het aanbrengen of verwijderen van onderdelen en tijdens de installatie, het onderhoud of de bediening van het toestel.
Ruk de kabel nooit los om de stekker uit het stopcontact te trekken. Hou de stekker vast en trek om hem uit het stopcontact te
verwijderen. Trek de stekker van de luchtpomp altijd uit het stopcontact wanneer ze niet gebruikt wordt.
10. Gebruik deze luchtpomp niet met ontvlambare of drinkbare vloeistoffen.
11. Deze luchtpomp is enkel geschikt voor huishoudelijk gebruik binnen en buiten.
12. Installeer of bewaar het toestel niet op plaatsen waar het wordt blootgesteld aan vriestemperaturen.
BELANGRIJK: De maximale werkdruk bedraagt 0,1 MPa (1 bar).
13. BELANGrijK: De elektrische aansluiting moet gebeuren in overeenstemming met de gegevens op het energielabel; het toestel
mag enkel worden gebruikt als het op een correcte manier werd geïnstalleerd. De elektrische veiligheid is enkel gegarandeerd
wanneer het toestel is aangesloten op een aardlekschakelaar met een verliesstroomwaarde van maximaal 30 mA.
14. Het is aanbevolen om dit toestel niet te gebruiken met een verlengkabel. Als een verlengkabel nodig is, controleer dan of de
aansluiting waterbestendig is en zorg ervoor dat het vermogen van de verlengkabel ten minste overeenstemt met dat van het
stroomsnoer van het toestel. Vraag bij twijfel advies aan een geschoolde elektricien.
15. Voor een optimaal gebruik van en inzicht in dit product wordt aanbevolen om deze handleiding aandachtig te lezen en te begrijpen.
Anders kan dit product schade oplopen.
WAArSCHUWiNG
– Risico op elektrische schokken – Dit toestel heeft een kabel met 3 geleiders die geaard moeten zijn.
Het is voorzien van een geaarde stekker. Om het risico op elektrische schokken te verminderen: sluit het toestel enkel aan op een
conforme aardlek- of verliesstroomschakelaar of metalen pijp om de kabel te beschermen. Een aardlekschakelaar van 30 mA moet
worden aangesloten op de netvoeding.
BEWAAr DEZE iNStrUCtiES

iNStALLAtiE

zET hET ToESTEL IN EEN VaSTE PoSITIE, oP EEN
DrogE, bESChUTTE EN goED VErLUChTE PLaaTS.
• Bescherm het toestel tegen direct zonlicht.
• Zorg dat er rond het toestel voldoende ruimte is voor de
uitvoering van het onderhoud.
• Bedek het toestel niet, om oververhitting te vermijden.
• Zorg dat de luchtpomp niet in het water kan vallen.
hET IS aaNbEVoLEN oM DE LUChTPoMP oP DE
VoLgENDE MaNIEr TE INSTaLLErEN:
1. Plaats de luchtpomp op een oppervlak boven het waterpeil.
Het oppervlak moet
zich ten minste 30 cm
(12 inches) boven het
waterpeil van de
vijver bevinden, maar
niet vlak boven de
vijver. Het oppervlak
moet een verhoogde
rand hebben, zodat de
luchtpomp er niet
kan afschuiven
(Fig. 1).
DoE Na DE INSTaLLaTIE VaN DE LUChTPoMP
hET VoLgENDE:
2. Verbind de slangaansluiting van het verdeelstuk met de
luchtuitlaat op de luchtpomp (Fig. 2).
3. Verbind het verdeelstuk met de slangaansluiting van het
verdeelstuk. Gebruik de meegeleverde veerklemmen om de
verbindingen aan beide uiteinden luchtdicht te maken (Fig. 3).
4. Verbind één uiteinde van de luchtlijnslang met het verdeelstuk
op de luchtpomp (Fig. 4). Zorg dat de lengte van de slang
volstaat om de afstand te overbruggen van de vaste plaats
van de luchtpomp tot de rand van het water plus de diepte
van het water.
3
4
5. LET oP: Zorg er tijdens de installatie voor dat er geen
water uit de vijver door de luchtslang kan stromen en de
luchtpomp kan beschadigen.
Voorkom terugstromen door de meegeleverde keerklep in
de luchtlijn te installeren, tussen het verdeelstuk en de vijver
(Fig. 5).
1
6. Verbind de meegeleverde luchtsteen met het andere einde
van de luchtlijnslang (Fig. 6).
2
OPmErKiNG: De luchtsteen moet misschien verzwaard
worden, aangezien hij veel opwaartse druk uitoefent wanneer
hij met lucht is gevuld. Bevestig de luchtsteen en zo'n 10 cm
(4") van de luchtslang aan een zwaar voorwerp (zoals een
steen of natuurlijk kalkvrij gesteente) met een kabeltouw. Pas
de lengte van de slang aan, zodat de luchtsteen op een diepte
van 61 cm (2 feet) of de helft van de diepte van de vijver drijft.
Zorg dat er in de slang geen knikken of kronkels zitten.
Gebruik geen gewicht dat roest of toxische stoffen in de vijver
laat sijpelen.
7. Sluit de luchtpomp aan op de (wand)contactdoos.
Zorg voor een "druiplus" (zie Fig. 1 hierboven).
iN
5
6