Noch een handmatige reset, noch een uitschakeling van het apparaat, noch herstel van de fabriekswaarden wist de
storingengeschiedenis; dit gebeurt alleen met de hierboven beschreven procedure.
5.2
Menu Monitor
Door vanaf het hoofdmenu gelijktijdig gedurende 2 seconden de toetsen "SET" en "-" (min) in te drukken gaat u naar het
MENU MONITOR. Door vanuit het menu op de toets MODE te drukken verschijnen achter-eenvolgens de volgende
grootheden.
5.2.1 CT: contrast van het display
Regelt het contrast van het display.
5.2.2 BK: helderheid van het display
Regelt de achterverlichting van het display op een schaal van 0 tot 100.
5.2.3 TK: inschakeltijd achterverlichting
Stelt de inschakeltijd van de achterverlichting in na de laatste druk op een toets. Toegestane waarden: van 20 sec tot 10
min of 'altijd ingeschakeld'.Wanneer de achterverlichting permanent is aangeschakeld verschijnt het opschrift "ON" op
het scherm. Wanneer de achterverlichting uit is, heeft de eerst druk op een willekeurige toets alleen tot gevolg dat de
achterverlichting opnieuw wordt ingeschakeld.
5.2.4 TE: weergave dissipatortemperatuur
5.3
Menu Setpoint
Houd vanuit het hoofdmenu de toetsen "MODE" en "SET" tegelijkertijd in-gedrukt totdat "SP" op het display verschijnt (of
gebruik het selectiemenu door op "+" of "-" te drukken). De toetsen "+" en "-" maken het respectievelijk mogelijk de druk
voor drukopbouw in de installatie te verhogen of te verlagen.Om het huidige menu af te sluiten en terug te keren naar het
hoofdmenu, druk op SET.Het regelbereik is 1-5 bar (14- 80 psi).
5.3.1 SP: instelling van de setpointdruk
Druk waarbij de installatie onder druk wordt gezet.
De herstartdruk van de pomp is behalve aan de ingestelde druk SP ook gebonden aan RP. RP drukt de
drukverlaging uit ten opzichte van "SP" , die de herstart van de pomp veroorzaakt.
Voorbeeld: SP = 3,0 [bar]; RP = 0,3 [bar];
Tijdens de normale werking wordt de druk in de installatie opgebouwd met 3,0 [bar].
De herstart van de elektropomp vindt plaats wanneer de druk onder 2,7 [bar] daalt.
Instelling van een te hoge druk (SP) ten opzichte van de pomp-prestaties kan valse fouten wegens
watergebrek BL veroorzak-en; in dit geval moet de ingestelde druk worden verlaagd.
5.4
Menu Handbediening
n de handbedieningsfunctie mag de som van de ingangsdruk en de maximaal leverbare druk niet groter zijn
dan 6 bar.
Houd vanuit het hoofdmenu de toetsen "SET" en "+" en "-" tegelijkertijd ingedrukt totdat op het display de pagina van het
menu Handbediening verschijnt (of gebruik het selectiemenu door op "+" of "-" te drukken).Met het menu kunnen diverse
configuratieparametersworden weerge-geven en gewijzigd: met de toets MODE kan door de menupagina's wor-den
gescrold, met de toetsen "+" en "-" kan de waarde van de betreffende parameter respectievelijk worden verhoogd en
verlaagd. Om het huidige menu af te sluiten en terug te keren naar het hoofdmenu, druk op SET.Het openen van het
handbedieningsmenu door indrukken van de toetsen "SET" "+" "-" brengt de machine in een geforceerde STOP-conditie.
Deze functie kan worden gebruikt om stopzetting van de machine af te dwingen. In de handbedieningsmodus is het,
ongeacht de weergegeven parameter, mogelijk de volgende opdrachten uit te voeren:
Tijdelijke start van de elektropomp.
Permanente start van de pomp.
Wijziging van het toerental in de manuele modus.
Gelijktijdig indrukken van de toetsen MODE en "+" heeft tot gevolg dat de pomp start op de snelheid RI en het bedrijf
duurt zolang de twee toetsen ingedrukt blijven. Wanneer de opdracht pomp AAN of pomp UIT wordt ge-geven, wordt dit
gecommuniceerd op het display.
Start van de pomp
Gelijktijdig indrukken van de toetsen "MODE" "-" "+" gedurende 2 sec veroorzaakt het starten van de pomp op de
snelheid RI. Het bedrijf duurt totdat de toets SET wordt ingedrukt. Opnieuw indrukken van SET heeft afsluiting van het
handbedieningsmenu tot gevolg.
Wanneer de opdracht pomp AAN of pomp UIT wordt gegeven, wordt dit gecommuniceerd op het display.
NEDERLANDS
161