6
Als er op een afzonderlijke afrastering een lagere energie-output is
vereist (bijv. huisafrastering, afrastering langs weg), sluit dan de
afrasteringsaansluiting met lage energie (geel) op deze afrastering
aan.
7
Sluit het elektro-afrasteringsapparaat met de meegeleverde
stroomadapter voor net-lijnvoeding op net-of lijnvoeding aan. Zie
Gebruik van de stroomadapter en batterijkabels
N.B.:
Voor informatie over het gebruik van de afrasteringsaansluiting met
lage energie wordt verwezen naar
72.
N.B.:
Als het elektro-afrasteringsapparaat binnenshuis wordt
geïnstalleerd, is het mogelijk het desgewenst met een batterij i.p.v. met de
net-/lijnvoeding te voeden.
Pas op!
Als u een batterij gebruikt om een binnenshuis gemonteerd
elektro-afrasteringsapparaat te voeden, zorg dan voor voldoende
ventilatie, zodat gassen kunnen ontwijken.
Elektro-afrasteringsapparaat in de openlucht monteren
Het elektro-afrasteringsapparaat kan met batterijvoeding in de openlucht
worden gemonteerd.
Pas op!
Voed het elektro-afrasteringsapparaat niet met de net-
/lijnvoeding als het in de openlucht wordt geïnstalleerd.
Elektro-afrasteringsapparaat in de openlucht installeren:
1
Kies een passende locatie voor de installatie. Zie
installatie kiezen
op blz. 67.
2
Monteer het elektro-afrasteringsapparaat op een paal. Gebruik de
sjabloon die op de achterzijde van dit handboek is gedrukt indien
nodig.
3
Sluit de aarde-aansluiting van de afrastering (groen) op het
aardingssysteem van het elektro-afrasteringsapparaat aan.
4
Als aardecontrole gewenst is, sluit dan de aansluiting
afrasteringsaardecontrole (zwart) aan op een afzonderlijke aardpen.
Voor meer informatie zie
Aardecontrole
5
Sluit de afrasteringsaansluiting met hoge spanning (rood) of de
afrasteringsaansluiting met lage spanning (geel) op de belangrijkste
boerderij-afrastering aan.
6
Als er op een afzonderlijke afrastering een lagere energie-output is
vereist (bijv. huisafrastering, afrastering langs weg), sluit dan de
afrasteringsaansluiting met lage energie (geel) op deze afrastering
aan.
7
Sluit het elektro-afrasteringsapparaat met de meegeleverde
batterijkabels op de batterij aan. Zie
batterijkabels
op blz. 67.
68
op blz. 67.
Verlaging van de energie-output
Een locatie voor de
op blz. 70.
Gebruik van stroomadapter en
N.B.:
Voor informatie over het gebruik van de afrasteringsaansluiting met
lage energie wordt verwezen naar
72.
op blz.
Montage van het elektro-afrasteringsapparaat als
onderdeel van een zonne-installatie
Het elektro-afrasteringsapparaat kan als onderdeel van een zonne-
installatie met zonnepanelen worden geïnstalleerd.
Een zonne-installatie bestaat uit de volgende componenten:
het elektro-afrasteringsapparaat
•
een batterij (of accu)
•
•
één of meer zonnepanelen
een aardingssysteem voor het elektro-afrasteringsapparaat.
•
Voor informatie over geschikte batterijen voor gebruik in een zonne-
installatie, zie
Het vereiste nominale vermogen van het zonnepaneel resp. de
zonnepanelen is afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse. Voor hulp
bij het correcte plaatsen van uw zonnepaneel kunt u contact opnemen met
de leverancier van het zonnepaneel en bij uw plaatselijke meteorologische
dienst informeren. Nadere informatie over zonne-installaties vindt u onder
www.tru-test.com.
Pas op!
Voed het elektro-afrasteringsapparaat niet met de net-
/lijnvoeding als het in de openlucht wordt geïnstalleerd.
Montage van het elektro-afrasteringsapparaat als onderdeel van een
zonne-installatie:
1
Kies een passende locatie. Zie
op
blz. 67. Bij zonne-installaties is het bovendien belangrijk een
locatie te kiezen waar het zonnepaneel resp. de panelen nooit in de
schaduw liggen.
2
Richt het zonnepaneel naar het zuiden.
3
Zet het paneel zo schuin dat het midden in de winter pal op de
middagzon is gericht. Indien nodig kan de hellingshoek aan het
jaargetijde worden aangepast.
4
Als het zonnepaneel correct is geplaatst, bevestigt u het elektro-
afrasteringsapparaat aan de achterzijde van het paneel. Alternatief
kan het apparaat op een afrasteringspaal worden bevestigd. Gebruik
de sjabloon die op de achterzijde van dit handboek is gedrukt indien
nodig.
5
Sluit de aarde-aansluiting van de afrastering (groen) op het
aardingssysteem van het elektro-afrasteringsapparaat aan.
6
Als aardecontrole gewenst is, sluit dan de aansluiting
afrasteringsaardecontrole (zwart) aan op een afzonderlijke aardpen.
Voor meer informatie zie
7
Sluit de afrasteringsaansluiting met hoge spanning (rood) of de
afrasteringsaansluiting met lage spanning (geel) op de belangrijkste
boerderij-afrastering aan.
8
Als er op een afzonderlijke afrastering een lagere energie-output is
vereist (bijv. huisafrastering, afrastering langs weg), sluit dan de
afrasteringsaansluiting met lage energie (geel) op deze afrastering
aan.
9
Sluit de batterij aan op het zonnepaneel.
Verlaging van de energie-output
Keuze van batterijen voor een zonne-installatie
Een locatie voor de installatie kiezen
Aardecontrole
op blz.
op blz. 71.
op blz. 70.