Afrasteringsvarianten
Afrasteringen kunnen op de diersoort en op het beschikbare materiaal
worden afgestemd. Bespreek met uw dealer welke oplossing voor u het
meest geschikt is. Hieronder vindt u enkele mogelijke
afrasteringsvarianten.
Runderen en paarden
10-15 m afstand, alleen palen
15-20 m afstand met afstandhouders
Schapen, geiten, runderen en paarden
10 m afstand, alleen palen
15 m afstand met afstandhouders
Wilde dieren
7 draden, 10 m afstand met afstandhouders
Eindpalen
Hoeksteun
Geschikt voor weidepoorten en hoge trekspanningen.
Sla de paal met voet stevig in de grond en graaf vervolgens de hoeksteun
vlak onder het oppervlak in, en wel op een afstand die voor goede
stevigheid zorgt. De paal kan met een spade in de juiste positie worden
gewrikt.
Zuiver stroomvoerend systeem
Afrasterings-retoursysteem
Horizontale steun
Geschikt voor weidepoorten en hoge trekspanningen.
Gemakkelijk te plaatsen en uitstekend geschikt voor hoge trekspanningen,
vooral in gebieden met zeer natte bodem of strenge vorst.
Een aardingssysteem installeren en testen
Kies een geschikte plaats voor het aardingssysteem. Deze plek moet:
minstens 10 m van andere aardingssystemen (zoals bijv. telefoon- en
•
stroomleidingen of aardingssystemen van een ander elektroapparaat)
verwijderd zijn.
•
ver van dieren en andere verkeersbewegingen liggen, die van invloed
zouden kunnen zijn op de installatie.
voor onderhoudsdoeleinden makkelijk te controleren zijn.
•
•
in het ideale geval over vochtige grond beschikken (bijv. op een
schaduwrijke of moerassige plek). De aarding behoeft niet direct
naast het elektro-afrasteringsapparaat te zijn aangebracht.
Steek vier 2 m lange aardpennen in de grond. Gebruik een geïsoleerde
hoogspanningskabel en aardingsklemmen om de aardpennen met de
aardingsaansluiting van het elektro-afrasteringsapparaat in serie te
schakelen. Zorg ervoor dat de isolatieslang ver genoeg wordt afgetrokken
om een goed contact tussen de draad en de aardpen te garanderen.
Controleer het aardingssysteem als volgt:
1
Schakel het elektro-afrasteringsapparaat uit.
2
Veroorzaak op een afstand van minstens 100 m van het elektro-
afrasteringsapparaat een kortsluiting op de afrastering door er enkele
ijzeren staven of buizen tegenaan te zetten. Bij droge of zanderig
bodem kan het nodig zijn de pennen tot 300 mm in de aarde te
slaan.
N.B.:
de kortsluiting mag nooit tussen een afrasterings-
retoursysteem en de aardingsdraad van de afrastering worden
opgewekt.
3
Schakel het elektro-afrasteringsapparaat weer in.
73