INSTALLATIE
Het aansluiten van de pomp
1.
Pas de slang in de pompopening. Gebruik anderhalve wikkeling teflontape
(of gepast afsluitproduct) op de slangfitting. Breng geen tape aan op het
eerste stuk draad om te verzekeren dat de tape niets lost in het hydraulisch
systeem en daar schade veroorzaakt. Verwijder losse uiteinden.
2.
Installeer een drukniveaumeter gealigneerd met de pomp voor bijkomende
veiligheid en betere controle.
3.
Verbind de slang(en) met uw cylinder of instrument.
BEDIENING
Vóór het gebruik van de pomp
1.
Kijk of al de fittings en verbindingsstukken vast en lekvrij zijn.
2.
Kijk olieniveau in reservoir na voordat u de pomp gebruikt. Raadpleeg "Olie
toevoegen aan de pomp", op p. 20.
WAARSCHUWING
Voeg NOOIT verlengstukken toe aan het pomphandvat.
Verlengstukken veroorzaken onstabiele pompbediening.
Het gebruik van pompen met twee snelheden
Deze pompen bieden doorstroming in twee fasen. Zonder belasting werkt de
pomp in de hoge doorstromingsfase om snel vooruit te gaan. Wanneer zij belast
wordt, schakelt de pomp automatisch naar de tweede fase om druk te
ontwikkelen. Bij de 140 of 140D-modellen, wanneer de pomp ongeveer 600
PSI bereikt, moet u even stoppen met pompen en het handvat opheffen om naar
de hoge-drukfase te schakelen. Nadat de pomp omschakelt, vereist het pompen
minder inspanning.
Enkelwerkende toepassingen met ontlastklep
1.
Sluit de ontlastklep door ze in wijzerszin rond te draaien, zoals getoond
wordt in Figuur 1.
WAARSCHUWING
Sluit de ontlastklep enkel met de hand. Het gebruik van
gereedschap op de ontlastklep kan de klep beschadigen en
kan de slechte werking van de pomp veroorzaken.
2.
Bedien het pomphandvat om hydraulisch vermogen aan het toestel te
leveren. De druk blijft behouden totdat de ontlastklep geopend wordt.
3.
Open de ontlastklep (draai in tegenwijzerszin) om de druk te verminderen.
Dit doet de olie terugvloeien naar het reservoir.
Figuur 1
7