meetschaal precies op het zaagblad worden ingesteld, dus
worden „genuld". Hoe dat gaat, wordt hieronder beschreven.
De meetschaal is bestemd voor gebruik van de aanslag aan
beide zijden van het zaagblad. Uiteenlopende zaagopdrach-
ten vormen dan ook geen probleem.
10.1.1. Lengteaanslag inzetten of verwijderen
De lengteaanslag 1 (fig. 10 a) wordt aan de zijkant (van
rechts of links) in geleiding 2 van de zaagtafel ingezet of uit-
getrokken. Let er bij het verschuiven, inzetten of verwijderen
van de lengteaanslag op dat de beide vastzetmogelijkheden,
knevelgreep 3 en kartelschroef 4 los zijn! De meetschaal 5 is
tot bepaalde grenzen draaibaar gemonteerd: bij het inzetten
van de aanslag erop letten dat deze op de goede plaats zit.
10.1.2. Grof instellen van de lengteaanslag
Het grove instellen door eenvoudig verschuiven van de leng-
teaanslag zonder de meetschaal 5 (fig. 10 b) te gebruiken is
in veel gevallen voldoende.
Let er bij het verschuiven van de op dat beide vastzetmoge-
lijkheden, knevelgreep 3 en kartelschroef 4, los zitten.
Als de gewenste positie is bereikt, wordt de lengteaanslag
door vastdraaien van kartelschroef 4 en door klemmen met
knevelgreep 3 vergrendeld.
10.1.3. Instellen van de lengteaanslag met behulp van de
meetschaal
1. Voor het verschuiven van de aanslag erop letten dat kne-
velgreep 3 en kartelschroef 4 los zitten.
2. Nu kan de lengteaanslag met behulp van de meetschaal 5
in zijn geleiding worden verschoven. De positie wordt aan
de linker voorzijde van de aanslag 6 afgelezen, zie fig. 10
c . Let op: de afgelezen waarde is alleen goed bij juiste
„nulpositie" van de meetschaal 5! De instelling van de juis-
te nulinstelling van de meetschaal is in paragraaf „Instel-
len van de aanslagmeetschaal".
3. Door vastdraaien van kartelschroef 4 en vervolgens vast-
klemmen van knevelgreep 3 de lengteaanslag vergrende-
len.
10.1.3.1. Instellen van de aanslagmeetschaal (nulpositie)
Om meetschaal 5 betrouwbaar te kunnen gebruiken voor de
lengteaanslag, moet de positie ervan eerst op het zaagblad
worden afgestemd, dus worden „genuld". Deze procedure is
verplicht na het verwisselen van het zaagblad tegen een
andere dikte of als de fijnafstelling van de aanslag (zie para-
graaf „Fijnafstelling van de lengteaanslag") via de kartel-
schroef 7 (fig. 10 d) in aanmerking wordt genomen.
Let erop dat bij instelwerkzaamheden de netstekker is uitge-
trokken!
1. Let erop dat knevelgreep 3 en kartelschroef 4 los zitten.
2. Lengteaanslag 1 met de linker kant 6 over de „0"-marke-
ring van de meetschaal (naar keuze, rechts of links van
het zaagblad, afhankelijk wat vereist is voor de werkop-
Let op!
dracht) schuiven als in fig. 10 d aangegeven en in deze
positie kartelschroef 4 vastzetten.
3. Door draaien van fijnafstelknop 7 de meetschaal met de
daarop vergrendelde lengteaanslag in de positie brengen
waarbij de naar het zaagblad gekeerde kant van de leng-
teaanslag net even het zaagblad aanraakt. Hiertoe even-
tueel de zaagbladbescherming 8 voorzichtig optillen!
Nu is de afstand tussen zaagblad en aanslag "0" als de
meetschaal aangeeft.
De aanslag kan nu met behulp van de meetschaal worden
afgesteld, zoals beschreven in paragraaf „Instellen van de
lengteaanslag met behulp van de meetschaal". De afgelezen
waarde op de meetschaal komt nu exact overeen met de
afstand lengteaanslag - zaagblad en dus met de gewenste
breedte van het werkstuk.
De mogelijkheid bestaat dat de meetschaal voor de instelling
van de nulpositie in een positie bevindt, waarbij de lengte-
aanslag het zaagblad aanraakt, voordat de linker aanslagzij-
de de „0"-positie op de meetschaal heeft bereikt. In dit geval
gewoon de schaalpositie met fijnafstelknop 7 corrigeren.
10.1.4. Fijnafstelling van de lenteaanslag
Blijkt bij het zagen dat ondanks de zorgvuldige instelling een
kleine verandering van de positie van de aanslag noodzake-
lijk is om de gewenste breedte te bereiken, dan kan de aan-
slag met de fijnafstelknop 7 een klein stukje in de gewenste
richting worden gedraaid, zie fig. 10 d. Let op het volgende:
een volledige draaiing verplaatst de aanslag 1 mm!
Let op: hierbij moet altijd knevelgreep 3 zijn losgedraaid,
maar kartelschroef 4 aangedraaid. Nadat de instelling is uit-
gevoerd moet voor het zagen de aanslag weer met de kne-
velgreep 3 worden vastgezet!
10.2. Hulpaanslag
Om ook iets grotere werkstukken probleemloos te kunnen
zagen, wordt de hulpaanslag gebruikt. Daartoe moet eerst de
zaagtafel worden uitgetrokken zoals in hoofdstuk "Uittrekbare
zaagtafel" is beschreven, maar daarna wordt de aanslagzijde
niet opnieuw door "opnieuw indrukken" van het uittrekbare
deel "verzonken", maar blijft er gewoon op liggen.
De afstand tot het zaagblad bepaalt de zaagbreedte. Deze
kan dus worden gewijzigd, afhankelijk van hoever de zaagta-
fel is in- of uitgeschoven. Voor het zagen de aanslag altijd
door aandraaien van de kartelschroef vastzetten. Zie fig. 8 b
10.3. Hoekaanslag
Als bijvoorbeeld een plank met een hoek of een lijst met ver-
stek moet worden gezaagd, kan dit met behulp van de hoek-
aanslag gebeuren. Deze loopt door de daarvoor bestemde
geleidingen naar rechts of naar links van het zaagblad, zoals
vereist.
1. Hoekaanslag in geleiding 1 rechts of links van het zaag-
blad inzetten, zie fig. 11.
Let op:
51