2. Kartelschroef 2 losdraaien, de gewenste hoek van de
meetschaal 3 instellen en de kartelschroef weer vastzet-
ten.
10.4. Werken met aanslaglijst met klemstuk voor hoek-
aanslag
Ideaal, als er bijvoorbeeld veel lijsten met verstek en gelijke
lengte moeten worden gezaagd, zie fig. 12. Daartoe wordt
aanslaglijst 1 met hoekaanslag 2 verbonden. Klemstuk 3
dient als lengteaanslag.
10.4.1. Montage en instelling
Aanslaglijst 1 in de geleiding van hoekaanslag 2 schuiven
(zie fig. 13 a/b) en samen in de geleiding in de zaagtafel zet-
ten. Let op: kartelschroef moet in de positie „losgedraaid"
staan, anders kan de aanslag niet worden ingevoerd.
1. Voor het instellen van de hoek kartelschroef 4 losdraaien
en op meetschaal 5 de gewenste waarde instellen. Kartel-
schroef 4 weer vastdraaien. Positie van aanslaglijst 1
instellen en door aandraaien van kartelschroef 3 vast-
klemmen.
2. Let op: Let erop dat aanslaglijst 1 in de houder van hoek-
aanslag 2 en op voldoende afstand van het einde van de
aanslaglijst tot zaagblad 7 zit! Controleer in ieder geval bij
uitgeschakelde zaag en uitgetrokken netstekker, dat de aan-
slaglijst in geen geval het zaagblad of de zaagbladbescher-
ming raakt, zie fig. 13 c!
3. Klemstuk 8 in de geleiding van de aanslaglijst inzetten
(fig. 13 d) en positie afhankelijk van de gewenste lengte
van het werkstuk vastleggen. Let op: de inbusmoer loopt
door de geleiding van de aanslag! Met kartelschroef 9
klemstuk vastzetten.
Bij het zagen wordt het te zagen materiaal tot aan de aan-
slag geschoven en kan dan afgezaagd worden zoals in fig.
12 aangegeven.
11. Zagen
Uw FET mag niet voor slijpen (in de groef die in het werkstuk
is gemaakt) worden gebruikt! Voor naden of groeven altijd de
Proxxon-groevenfreesinrichting (Artikelnummer 28736)
gebruiken.
Het werkstuk op de zaagtafel houden zoals in fig. 14 wordt
aangegeven. Pas de aanzet van het werkstuk aan de dikte
van het werkstuk en het zaagblad aan! Harde werkstukken,
fijne zaagbladen en dikke werkstukken "vertragen" de aanzet
niet zoveel als zachte werkstukken, grovere zaagbladen en
dunne werkstukken.
Bedien de zaag in principe van de positie zoals weergegeven
in fig. 14a, zodat u steeds optimale controle over het werk-
stuk hebt. Sta bij het zagen aan de voorkant van de zaag.
Zaag nooit met uw Fet van de zijkant of helemaal niet van de
achterkant. Let bij het werken op voldoende stabiliteit.
52
Let op:
Als u kleine werkstukken bewerkt, gebruikt u het meegele-
verde duwhout, zoals in fig. 15 aangegeven, gebruiken.
Daarmee voorkomt u dat u met uw handen te dicht in de
buurt van het draaiende zaagblad komt en beperkt zo gevaar
op lichamelijk letsel:
Bewaar het duwhout bij het werken altijd binnen handbereik!
Bewaar als u de machine niet gebruikt de meegeleverde
schuifstof in de daarvoor bestemde behuizing (Fig. 14b).
Bewaar als u de machine niet gebruikt de meegeleverde
schuifstof in de daarvoor bestemde behuizing (Fig. 14b).
• alleen onbeschadigde zaagbladen gebruiken.
• bij onderhoud en verzorging altijd de stekker uittrekken.
• apparaat niet onbeheerd laten draaien.
Werkstuk bij zagen op de ondergrond duwen, met gevoel en
zonder kracht te zetten, meer druk op de ondergrond, weinig
druk tegen het zaagblad. Geleid het werkstuk langzaam door
het zaagblad, vooral wanneer het blad erg dun is en de tan-
den erg fijn zijn, resp. als het werkstuk erg dik is.
11.1. Algemene tips bij het zagen
Ter verkrijging van goede resultaten dient u volgende punten
in acht te nemen:
• Werkstuk bij zagen op de ondergrond duwen, met gevoel
en zonder kracht te zetten, meer druk op de ondergrond,
weinig druk tegen het zaagblad.
• Zorg ervoor dat het werkstuk vlak op de zaagtafel ligt
(geen splinters of spanen)
• Pas de aanzet aan de eisen van zaagblad, snelheid en
materiaal van het werkstuk aan.
• Geleid het werkstuk langzaam door het zaagblad, vooral
wanneer het blad erg dun is en de tanden erg fijn zijn,
resp. als het werkstuk erg dik is.
• Alleen onbeschadigde zaagbladen gebruiken! Verzeker u
ervan dat de zaagbladen voor het gebruik met de FET
geschikt zijn. De in de technische gegevens aangegeven
afmetingen moeten worden aangehouden.
• Apparaat niet onbeheerd laten draaien!
• Zaaglijn zorgvuldig voortekenen/inslijpen!
• Voor goede verlichting zorgen!
• Altijd met aangesloten stofafzuiging werken!
• Gebruik indien nodig het meegeleverde duwhout als aan-
zet van het werkstuk.
• Altijd met zaagbladkap en splijtwig werken. Verzeker u
ervan dat de beschermkap in goede staat is.
• Voorkom blokkeren van het zaagblad. Altijd met aangepas-
te aanzet werken en kantelen van het werkstuk vermijden.
Als het zaagblad dan nog blokkeert, moet u het werkstuk
voorzichtig tegen de aanzetinrichting eruit trekken, zodat
het zaagblad weer vrij kan draaien.
12. Zaagblad verwisselen
Vanaf de fabriek is uw zaag met een hardmetalen zaagblad
met 24 tanden en een doorsnede van 80 mm uitgerust.
Dit is uitstekend geschikt voor de meeste "zaagopdrachten",
garandeert zuivere sneden in de meest verschillende materi-
alen en een lange levensduur. Maar natuurlijk blijft het niet
altijd goed. Afhankelijk van de zwaarte van de omstandighe-
Let op: