Verstekschaal (fig. G5)
• Controleer of de verstekschaal (76) 0° aangeeft als deze is
gepositioneerd voor verticaal zagen.
• Breng de wijzer (77) met behulp van schroef (78) naar 0°.
De verstekschaal heeft vooringestelde posities op 45° links en rechts op 0°.
Motorsledeaanslag (fig. A2, H1 & H2)
De motorsledeaanslag (14) moet worden ingesteld om te voorkomen dat
de lagers van de motorslede tegen de achterste begrenzing van de
lagerrails stoten (fig. A2).
• Duw de motorslede zover mogelijk, trek de slede nu ca. 5 mm voorwaarts
en vergrendel daarna met de schulpvergrendeling (15) (fig. A2).
• Stel de motorsledeaanslag (14) in door het loszetten van de moeren
(79) in de voorste sleuf (80) totdat de rubber stop (81) tegen de
achterkant van het schulpvergrendelhuis stoot (fig. H1).
• Trek de moeren (79) aan.
Trek bij het afkorten in het voorste sleufgat één moer aan en
één in het achterste sleufgat (fig. H2).
Montage van de automatische terugloop (fig. J)
• Monteer de terugloopveer (82) achter de motorsledeaanslag (14) met
de corresponderende bouten en bevestig het einde van de kabel met
behulp van de schroeven (83) aan de schulpvergrendeling (15).
Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste
accessoires.
Aanwijzingen voor gebruik
• Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de
geldende voorschriften.
• Zet het werkstuk stevig vast.
• Oefen geen overmatige druk uit op de machine.
Geef geen zijdelingse druk op het zaagblad.
• Voorkom overbelasting.
• Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig
versleten zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor
het maximum toerental van de machine.
• Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
• Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
• Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
• Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
• Werk nooit met de machine wanneer de beschermingen niet
zijn geplaatst.
• Hef de machine nooit aan het werkblad.
• Raadpleeg altijd fig. K om positie en type van de achteraanslag
te controleren.
AAN- en UITschakelen (fig. A1)
De AAN/UIT-schakelaar van uw radiaalarmzaag biedt vele voordelen:
- Spanningsloze uitschakeling: wordt de spanning om een of andere reden
uitgeschakeld, dan moet de schakelaar opnieuw ingedrukt worden.
- Beveiliging tegen overbelasting van de motor: in geval van
overbelasting van de motor wordt de spanning naar de motor
UITgeschakeld.
• I = AAN
De machine werkt continu.
• O = UIT
Het maken van een proefsnede (fig. A1)
• Zorg dat de verstekvergrendeling (9) ingrijpt en vergrendel de
verstekklemhendel (10) zo, dat het zaagblad in rechte afkortstand 0° staat.
• Zet de schulpvergrendeling (15) vrij en duw de motorslede terug totdat
het zaagblad zich achter de aanslag bevindt.
67
• Laat de arm zakken totdat het zaagblad het werkblad bijna raakt.
• Plaats het werkstuk tegen de voorkant van de achteraanslag.
• Schakel de machine IN en laat de arm zakken, zodat het zaagblad een
ondiepe snede in het werkblad kan maken.
• Trek het zaagblad naar u toe, zodat dit een verticale sleuf in de houten
achteraanslag maakt en door het werkstuk.
• Breng het zaagblad terug naar de ruststand en schakel de machine UIT.
• Controleer of de snede in alle vlakken exact 90° is en corrigeer indien nodig.
Basis zaagsneden (fig. K1 - K5)
De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen
gevaarlijk zijn.
Afkorten (fig. A1 & K1)
• Stel de radiaalarm haaks op de achteraanslag.
• Vergrendel de verstekhendel (9) in positie 0° en zet de
verstekklemhendel (10) vast (fig. A1).
• Laat het zaagblad zakken.
• Stel de vingerbescherming in, zodat deze net vrij is van het werkstuk.
• Wanneer zich in het werkblad geen sleuf bevindt, maak er dan een
zoals eerder is beschreven.
• Houd het werkstuk tegen de achteraanslag en blijf daarbij met uw
vingers beslist weg van het zaagblad.
• Schakel de machine IN en trek het zaagblad langzaam door de
achteraanslag en het werkstuk.
• Breng het zaagblad terug naar de rustpositie en schakel de machine UIT.
Verstekzagen (fig. A1 & K3)
• Zet de verstekhendel (9) en de verstekklemhendel (10) los (fig. A1).
• Zwenk de arm tot de vereiste hoek op de verstekschaal.
• Gebruik voor 45° links of rechts de verstekhendel (9) en vergrendel met
de verstekklemhendel (10).
• Gebruik voor tussenliggende hoeken alleen de verstekklemhendel.
• Handel als bij afkorten.
In het geval van linksverstek kan het zijn dat u de
achteraanslag en de strippen naar links moet verschuiven.
Afschuinen (fig. A1, D2 & K2)
• Stel de arm in voor een afkorting onder 0°.
• Zet het zaagblad ruim boven het werkblad.
• Zet de afschuinhendel (19) los en trek de afschuinvergrendeling (21) uit
(fig. D2).
• Kantel de motor naar de gewenste hoek op de afschuinschaal (20) (fig. A1).
• Gebruik voor 90° of 45° rechts de afschuinvergrendeling (21) en
vergrendel met de afschuinklemhendel (19).
• Gebruik voor tussenliggende hoeken alleen de afschuinklemhendel.
• Handel als bij verticaal afkorten.
Schulpzagen (fig. K5, F2, G1 & G2)
De motor kan worden vastgezet in de posities in-schulpen of uit-schulpen
(zie fig. G1 & G2) om de machine voor resp. smalle en brede werkstukken
aan te passen.
• Zet de motorslede in uitgetrokken positie vast en gebruik hiervoor de
schulpvergrendeling.
• Zet de motorsledehendel (49) vrij en druk op de
motorsledevergrendeling (50) om de motor naar de juiste positie te
draaien, totdat de motor op zijn plaats vastzit (fig. G1).
• Zet de motorsledehendel (49) vast en positioneer de achteraanslag.
• Positioneer de motorslede langs de arm voor de gewenste breedte van
de snede met behulp van de schulpschaal (72) en vergrendel hem met
behulp van de schulpvergrendeling in positie.
• Stel de zaagbladbescherming in zoals eerder is beschreven en draai de
stofzuigadapter (55) van u weg (fig. F2).
N E D E R L A N D S
nl - 6