De meeste standaardinstellingen kunnen worden behouden. Er zijn echter een aantal instellingen die moeten
worden gewijzigd. Deze zijn:
Capaciteit van de accu.
•
„Spanning bij opgeladen".
•
Oplaad- of startstatus gesynchroniseerd.
•
•
De functionaliteit van de aux-ingang (indien van toepassing).
Als u wilt weten wat alle andere instellingen betekenen, bekijk dan paragraaf 7.1: „Accu-instellingen".
Het instellen van de configuratie van de accucapaciteit
4.5.1
Deze instelling is te vinden via: VictronConnect > Settings > Battery.
De SmartShunt is standaard ingesteld op 200 Ah. Wijzig deze waarde op basis van uw accucapaciteit. Voor
meer informatie over accucapaciteit, zie paragraaf 7.1.1: „Accucapaciteit".
4.5.2
Stel de optie „spanning bij opgeladen" in
Deze instelling is te vinden via: VictronConnect > Settings > Battery.
De SmartShunt is standaard ingesteld op 0,0 V. De SmartShunt detecteert de systeemspanning niet automatisch
zoals de BMV dat doet. U zult daarvoor de „spanning bij opgeladen" moeten instellen.
Dit zijn de aanbevolen waarden voor „spanning bij opgeladen":
Nominale accuspanning
12 V
24 V
36 V
48 V
Voor meer informatie over de instelling „spanning bij opgeladen", zie paragraaf 7.1.2: Spanning bij opgeladen.
4.5.3
Instellingen oplaadstatus
Deze instelling is te vinden via: VictronConnect > Settings > Battery.
Wanneer de SmartShunt voor de eerste keer is ingeschakeld, wordt standaard de 100% oplaadstatus
weergegeven. Als u dit wilt veranderen, dan is het mogelijk om de waarde van de oplaadstatus handmatig in te
stellen. Voor meer informatie, zie paragraaf 7.1.10 Accu start gesynchroniseerd op en paragraaf 7.1.11:
Oplaadstatus.
10
Aanbevolen instelling „spanning
bij opgeladen"
13,2 V
26,4 V
39,6 V
52,8 V