Display-aanwijzing lezen
Bij stroom boven 1 A (ampère) verschijnt er naast de aanwijzing van de
stroomsterkte een pijl die de richting van de stroom aangeeft. De pijl
wijst steeds naar de sterkste stroom toe. Volg de afrastering in de
richting van de pijl en lees regelmatig de stroomsterkte af. Een duidelijk
lagere waarde van de stroomsterkte betekent dat u langs een defecte
plaats bent gekomen.
Als u de fault finder inschakelt wordt rechts boven in het display de
laatste gemeten stroomsterkte korte tijd aangewezen voordat de
aanwijzing op de afrasteringsspanning overgaat.
Fouten opsporen
1
Begin dicht bij de plek waar de uitvoerdraden van het elektro-
afrasteringsapparaat met de afrastering zijn verbonden. Druk op
om de fault finder in te schakelen.
2
Steek de afrasteringsdraad in de afstandsbedieningsgroef van de
afrasteringsdraad en zorg ervoor dat de afrasteringsdraad de
spanningsmeetsonde raakt. Noteer de aangegeven waarde (in
ampère).
3
Werk langs de afrasteringsdraad en meet de stroomsterkte met
regelmatige tussenpunten alsmede aan alle kruispunten. Ter
vergelijking wordt rechts bovenaan het display het vorige
meetresultaat even aangegeven.
4
Volg bij een kruispunt de aftakking die een duidelijk hogere
waarde aanwijst. Een plotselinge vermindering van de
stroomsterkte tussen twee meetpunten wijst erop dat er tussen
deze twee punten een defecte plek is.
5
Ga terug in de richting van de laatste meting tot u de defecte plek
heeft gevonden.
N.B.:
-
Hogere stroomsterktes dan normaal vormen een indicatie voor
kortsluiting. Ongewoon lage stroomsterktes bij gelijkblijvende
spanning vormen een indicatie voor storingen door lichtbogen, een
defecte aansluiting of een gebroken draad.
-
Bij een afrastering met aardings-retourleiding is het mogelijk dat de
op de aardingsdraad gemeten waarden niet de juiste
stroomrichting aangeven.
Akoestisch waarschuwingssignaal voor stroomvoerende
afrastering
Als de afrasteringsdraad zich in de spanningsgroef of in de
afstandsbedieningsgroef bevindt, piept de afstandsbediening bij elke
stroomstoot van het elektro-afrasteringsapparaat om aan te geven dat
de afrastering onder stroom staat. De toonhoogte van de
waarschuwingstoon neemt met de sterkte van de stroomstoot toe.
Deze functie is vooral nuttig als u de stroomsterkte bij verschillende
aftakkingen van een kruispunt meet en het display niet kunt zien. Als
de stroomvoorziening van de afrastering is uitgeschakeld, piept de
afstandsbediening niet.
Akoestisch waarschuwingssignaal voor stroomvoerende
afrastering activeren en deactiveren
1
Druk op
en houd deze toets vast, druk dan op om in de
instellingsmodus te komen.
2
Druk
één keer in om naar de knipperende noot te scrollen ( ).
fungeert nu als omschakelaar om het akoestische
waarschuwingssignaal in en uit te schakelen.
3
Voer een van de volgende stappen uit:
- Om het akoestische signaal voor een stroomvoerende afrastering
te activeren, drukt u op
tot ON op het scherm verschijnt.
- Om het akoestische signaal voor een stroomvoerende afrastering
te deactiveren, drukt u op
4
Druk op
om naar de volgende instelling te gaan.
5
Druk op om de afstandsbediening uit te schakelen.
Displayverlichting
De afstandsbediening heeft een displayverlichting om de leesbaarheid
van de aanwijzing ook bij slecht licht te garanderen. Desgewenst kan
deze functie worden uitgeschakeld om de batterij te sparen.
Displayverlichting inschakelen en uitschakelen
1
Druk op
en houd deze toets vast, druk dan op om in de
instellingsmodus te komen.
2
De optie voor de displayverlichting (bL) knippert).
als omschakelaar om de displayverlichting in en uit te schakelen.
3
Voer een van de volgende stappen uit:
- Om de displayverlichting in te schakelen, drukt u op
op het scherm verschijnt.
- Om de displayverlichting uit te schakelen, drukt u op
op het scherm verschijnt.
4
Druk op
om naar de volgende instelling te gaan.
5
Druk op
om de afstandsbediening uit te schakelen.
Batterij
De batterij van de afstandsbediening moet worden vervangen als het
symbool op het display verschijnt.
De batterij vervangen:
1
Schroef de afdekking aan de achterkant open.
2
Verwijder de oude batterij en vervang deze door een nieuwe 9 V
alkali-batterij, type PP3.
3
Schroef de afdekking weer vast en draag er zorg voor dat de
batterijdraden niet onder de schroeven of in de afdekking worden
vastgeklemd.
Behandeling van de afstandsbediening
Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht,
•
bijvoorbeeld op het dashboard van een auto.
Reinig de afstandsbediening uitsluitend met een vochtige doek.
•
Als de afstandsbediening nat wordt, veeg hem dan droog en leg
•
hem met de voorkant naar onderen neer, zodat eventueel
binnengedrongen water uit de luidsprekeropeningen kan
weglopen. De afstandsbediening is waterdicht en heeft verder
geen onderhoud nodig.
Communicatie tussen het elektro-
afrasteringsapparaat en de
afstandsbediening
Adresinstellingen begrijpen
Het elektro-afrasteringsapparaat communiceert via een kanaal met de
afstandsbediening. Dit kanaal heeft een uniek adres.
Bij een elektro-afrasteringsapparaat met afstandsbediening is het adres
op een van 16 mogelijke adressen default ingesteld. De
afstandsbediening is voor dit adres geconfigureerd.
tot OFF op het scherm verschijnt.
fungeert nu
tot ON
tot OFF
49