Voordat u de afstandsbedieningsfunctie activeert, gaat u als volgt te
werk:
Schakel de stroomvoorziening naar het elektro-
•
afrasteringsapparaat uit en wacht vijf minuten, waarna u de
stroomvoorziening weer inschakelt.
Om de afstandsbedieningsfunctie te activeren gaat u als volgt te werk:
1
Druk op
op de afstandsbediening en houd deze toets vast,
druk dan op
om in de instellingsmodus te komen.
2
Druk op
en houd deze vast om door de lijst met beschikbare
opties te scrollen.
3
Kies de adresoptie (Ad) en druk op
verschijnt.
4
Houd de afstandsbediening op 150 tot 300 mm van het elektro-
afrasteringsapparaat en druk op
het elektro-afrasteringsapparaat door te geven.
Een bewegende pijl op het display van de afstandsbediening geeft
aan dat het bevel naar het elektro-afrasteringsapparaat wordt
gezonden. Het grote rode licht links op het display van het
elektro-afrasteringsapparaat gaat 6 seconden lang branden terwijl
het elektro-afrasteringsapparaat het bevel ontvangt. Het elektro-
afrasteringsapparaat keert vervolgens naar de standby-modus
terug, waarbij alleen het grote groene licht rechts knippert.
5
Druk op
om de afstandsbediening uit te schakelen.
Tip: Noteer de adresinstelling van het elektro-afrasteringsapparaat om
tijd te sparen voor het geval dat het adres eens bij vergissing wordt
veranderd, of als u in de toekomst nog een extra afstandsbediening
nodig heeft.
Een permanente elektrische afrastering
construeren
Componenten van een elektrische afrastering
Een elektro-afrasteringssysteem omvat de volgende elementen:
Een elektro-afrasteringsapparaat.
•
Een aardingssysteem.
Dit omvat een aantal metalen pennen die in
•
de grond steken en op de aardeaansluiting van het elektro-
afrasteringsappaaraat zijn aangesloten.
Geïsoleerde grondkabels.
Elektrische afrasteringsdraad met een
•
coating van geïsoleerd plastic, voor ondergronds gebruik of om
door muren te trekken. Wordt gebruikt om het elektro-
afrasteringsapparaat met de aarde en de afrastering te verbinden.
Een geïsoleerde afrastering.
•
afrasteringsaansluiting van het elektro-afrasteringsapparaat.
Afrasteringen kunnen allerlei vormen hebben (zie hieronder).
Andere nuttige componenten die kunnen worden toegevoegd, zijn:
Aan-/uitschakelaars
worden geïnstalleerd kunt u daarmee gedeelten van de
afrastering voor reparatie uitschakelen.
Biksemafleiderset
. Vermindert de schade aan het elektro-
afrasteringsapparaat die wordt veroorzaakt door een
bliksem die langs de afrasteringsdraad loopt.
Typische installatie
Om een elektrische schok teweeg te brengen moet de door het elektro-
afrasteringsapparaat geproduceerde stroom een volledig circuit sluiten.
De stroom verlaat het elektro-afrasteringspparaat en beweegt langs de
afrasteringsdraden door het dier heen, de grond in en via het
tot het gewenste getal
om de nieuwe instelling aan
Aangesloten op de
. Als deze op regelmatige afstanden
aardingssysteem terug naar het elektro-afrasteringsapparaat. Als het
aardingssysteem niet goed werkt, krijgt het dier slechts een
onvoldoende schok. De onderstaande afrastering bestaat uit
stroomvoerende draden en heeft een geleidende bodem nodig. Dit
soort aardingssysteem wordt vaak "zuiver stroomvoerend" of
"aarderetourleidings"-aardingssysteem genoemd.
Alternatieve installatie
Droge, zandige of niet-geleidende bodem (bijv. vulkanische bodem)
geeft onvoldoende aarding. Voor dit soort bodem is het verstandig
extra aardpennen te gebruiken, een betere plek voor het
aardingssysteem (zoals vochtige bodem) te kiezen of een "afrasterings-
retour"- of "aarderetourleidings"-aardingssysteem te gebruiken.
Voor een "afrasterings-retour"-/"aarderetourleidings"-aardingssysteem
wordt de aarde-aansluiting afrastering direct op minstens een niet-
geëlektrificeerde draad (aardingsdraad) aangesloten . Het dier krijgt de
grootste schok als het tegelijkertijd een stroomvoerende draad en een
aardingsdraad aanraakt.
Afrasteringsvarianten
Afrasteringen kunnen op de diersoort en op het beschikbare materiaal
worden afgestemd. Bespreek met uw dealer welke oplossing voor u
het meest geschikt is. Hieronder vindt u enkele mogelijke
afrasteringsvarianten.
Runderen en paarden
10-15 m afstand, alleen palen
15-20 m afstand met afstandhouders
51