Aanvankelijke bedrijfscontroles
• Verzeker u ervan dat de bovenste haak van de takel goed op het draagstuk geïnstalleerd is
en de veiligheidsklep ingeschakeld is.
Bedien de takel met een proeflast (10% van het nominale vermogen) door deze last enige malen te
hijsen en neer te laten. Controleer de werking van de rem door dezelfde last neer te laten en te
kijken of de last niet slipt als het neerlaten wordt gestopt.
• De werking van de lastrem dient iedere keer dat een last wordt gehesen te worden
gecontroleerd door de last enigszins te heffen en te stoppen om er zeker van te zijn dat de
rem de last kan houden alvorens de last verder te hijsen.
Zorg dat operators en mensen die verantwoordelijk zijn voor de installatie en het onderhoud van de
takel, bekend zijn met alle toepasselijke technische gegevens, voordat het apparaat in bedrijf wordt
gesteld. Er dient aan alle vereisten van deze technische gegevens, waaronder de proeven, te worden
voldaan, voordat de takel goedgekeurd wordt voor bedrijf.
BEDIENING
De vier belangrijkste aspecten van takelbediening zijn:
1. Volg alle aanwijzingen betreffende veiligheid bij het bedienen van de takel.
2. Laat alleen mensen de takel bedienen die opgeleid zijn in veiligheid en het bedienen van de
takel.
3. Voer een regelmatige inspectie en onderhoud van alle takels uit.
4. Wees u te allen tijde bewust van het vermogen van de takel en het gewicht van de last.
Bedien, inspecteer en onderhoud deze takel altijd in overeenstemming met alle toepasselijke
veiligheidsvoorschriften.
• De takel is niet ontworpen of geschikt voor het hijsen, neerlaten of verplaatsen van
personen. Nooit lasten boven mensen hijsen.
Bediening van de takel
Terwijl u naar de kant van de takel met handketting staat: De handketting naar rechts draaien om de
last te hijsen. De handketting naar links draaien om de last neer te laten.
Op 15 en 20 ton VL2 takels twee operators gebruiken, een voor elk van de twee handkettingen. Om
de lastketting in het midden van het blok te houden, de takels gelijktijdig en met dezelfde snelheid
bedienen. Er moet een gelijke hoeveelheid onbelaste ketting onder elk takellichaam worden
gehouden.
• Zorg dat de lastketting op 15 en 20 ton VL2 takels niet aan één kant (onder één
takellichaam) wordt opgehoopt. Overmatige belasting van het anker van de lastketting kan
optreden waardoor een last kan vallen en ernstige of dodelijke verwondingen of materiële
schade kan veroorzaken.
NL-5