NEDERLANDS
[SOUND Mode]
Wordt gebruikt om enkele instellingen voor de LED-matrix in de geluidsmodus aan te passen.
Druk op de toetsen ▲/▼/◄/► totdat de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
Druk de [ENTER]-toets.
Gebruik de toetsen ◄/► om één van de opties te selecteren:
[MIC Sense]: past de gevoeligheid van de microfoon voor de LED-matrix aan.
Druk de [ENTER]-toets.
Gebruik de toetsen ▲/▼ om de waarde te wijzigen (000 - 099)
Druk de [ENTER]-toets.
[Repeat]: past het aantal keren aan dat een chase op de LED-matrix wordt afgespeeld voordat de
volgende wordt weergegeven.
Druk de [ENTER]-toets.
Gebruik de toetsen ▲/▼ om de waarde te wijzigen (000 - 099)
Druk de [ENTER]-toets.
[DMX/SOUND]: selecteer deze optie als de LED-matrix in stand-alone via DMX of door geluid wordt
aangestuurd.
Druk de [ENTER]-toets.
Gebruik de toetsen ▲/▼ om te selecteren:
DMX: de chases op de LED-matrix worden door middel van DMX-regeling van de interne
bibliotheek geselecteerd.
SOUND: de chases op de LED-matrix draaien in volledig automatische geluidsmodus.
Druk de [ENTER]-toets.
[SET CONFIG > FIXTURE Set]
Dit niveau bevat enkele algemene instellingen.
[TILT Invert]
Wordt gebruikt om te selecteren of de TILT-bewegingen al dan niet worden omgekeerd.
Druk op de toetsen ▲/▼/◄/► totdat de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
Druk de toets [ENTER]: de waarden kunnen worden gewijzigd
Gebruik de toetsen ▲/▼ om te wisselen tussen AAN en UIT.
Druk de [ENTER]-toets om dit te bevestigen.
[PAN Invert]
Wordt gebruikt om te selecteren of de PAN-bewegingen al dan niet worden omgekeerd.
Druk op de toetsen ▲/▼/◄/► totdat de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
Druk de toets [ENTER]: de waarden kunnen worden gewijzigd
Gebruik de toetsen ▲/▼ om te wisselen tussen AAN en UIT.
Druk de [ENTER]-toets om dit te bevestigen.
[PAN Range]
Wordt gebruikt om het maximale bereik voor de PAN-bewegingen te selecteren.
Druk op de toetsen ▲/▼/◄/► totdat de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
Druk de toets [ENTER]: de waarden kunnen worden gewijzigd
Gebruik de toetsen ▲/▼ om het gewenste PAN-bereik te selecteren:
540°
PAN-bereik = 540° (of 1 ½ rotatie)
630°
PAN-bereik = 630° (of 1 ¾ rotatie)
Druk de [ENTER]-toets om dit te bevestigen.
[FEEDBACK]
Deze functie corrigeert de PAN/TILT-standen automatisch als er iets tegen het apparaat stoot.
Druk op de toetsen ▲/▼/◄/► totdat de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
Druk de toets [ENTER]: de waarden kunnen worden gewijzigd
Gebruik de toetsen ▲/▼ om te wisselen tussen AAN en UIT.
Druk de [ENTER]-toets om dit te bevestigen.
BRITEQ
®
48/107
GEBRUIKSAANWIJZING
BEAM WIZARD5x5-RGBW