Let op: de temperatuur van het linker vak moet
altijd lager zijn ingesteld dan de temperatuur
van het rechter vak.
Om de goede werking van het apparaat te garanderen,
is het belangrijk om minimaal 3°C verschil te hebben in
de temperatuur van de twee vakken.
Voor een correcte werking dient de Wine Bar 8.0 in een ruimte te worden geplaatst met een
temperatuur tussen 10°C en 35 °C.
In geval van een stroomstoring blijven de ingestelde temperaturen behouden.
V. Het apparaat in de waakstand zetten
7- GEBRUIK
Nadat u de temperatuur van de vakken hebt ingesteld
naar gelang de kleur van de gebruikte wijn (rood +
rood), (wit + wit), (wit + rood), kunt u in elk vak
3 flessen op temperatuur en 4 aangebroken flessen
plaatsen om te bewaren.
Positie vacuümtrekkers
Advies: voor een optimale werking van uw Wine Bar
8.0, adviseren wij om niet na elke handeling vacuüm te
trekken maar pas als u klaar bent met serveren.
Positie BESCHERMING
1
1
De vacuümtrekker staat in de positie "Service"
2
Draai het ventiel naar links
3
Breng het ventiel naar beneden. De vacuümtrekker
staat nu in de positie "Bescherming"
-8-
1
Om het apparaat in de waakstand te zetten, drukt de toets
2
De koelingsfunctie van het apparaat staat nu in de waakstand.
3
Om de koelingsfunctie weer op te starten, drukt u opnieuw op
de toets
2
3
.
De vacuümtrekkers kunnen in geen geval
worden gebruikt voor mousserende wijnen
(zoals Champagne, enz.) en zijn uitsluitend
geschikt voor stille wijnen.
Het apparaat is geschikt voor standaard
wijnflessen van 75 cl (met een lengte van 292
tot 336 mm).
Dit apparaat is niet geschikt voor magnums
of halve flessen.
Positie SERVICE
2
1
1
De vacuümtrekker staat in de positie "Bescherming"
Breng het ventiel naar boven
2
Draai het ventiel naar rechts om het in de hoge stand
te houden.
3
De vacuümtrekker staat nu in de positie "Service"
.
3