apparatuur, zoals pacemakers, beïnvloeden . Houd daarom altijd een afstand aan van
15 cm tussen het apparaat en deze apparaten .
Houdt u aan alle overeenkomstige wetgeving die in de desbetreffende landen geldt
met betrekking tot het gebruik van apparaten tijdens het besturen van een voertuig .
Schakel het apparaat uit en trek de laadkabel los voordat u het apparaat schoon-
maakt .
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen om het apparaat of het laadapparaat te
reinigen . Gebruik een vochtige en antistatische, zachte doek voor het reinigen .
Gooi oude en uitgeputte lithiumaccu's niet in het huisvuil, maar lever ze in bij de
aangewezen inleverpunten voor klein chemisch afval of stuur ze terug naar i.safe
MOBILE GmbH .
Enkel de gebruiker is verantwoordelijk voor alle eventuele schade en gevolgen die
veroorzaakt worden door gedownloade malware of andere gegevensuitwisselings-
functies van het apparaat . i.safe MOBILE GmbH aanvaardt geen verantwoordelijk-
heid voor dergelijke claims .
WAARSCHUWING
i.safe MOBILE GmbH aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor schade die ver-
oorzaakt wordt door het negeren van deze adviezen of door onjuist gebruik van het
apparaat .
ONDERHOUD / REPARATIE
Het apparaat heeft geen onderdelen die door gebruiker kunnen worden gerepareerd .
U wordt geadviseerd om inspecties uit te laten voeren volgens de veiligheidsvoor-
schriften en -adviezen . Als er een probleem is met het apparaat, neemt u contact
op met uw leverancier of met de onderhoudsafdeling . Wanneer uw apparaat moet
worden gerepareerd, kunt u contact opnemen met de onderhoudsafdeling of met uw
leverancier .
ACCU
De accu is niet volledig opgeladen wanneer het apparaat wordt aangeschaft, maar
bevat voldoende vermogen om de telefoon in te schakelen . Voor een optimaal accu-
vermogen en een optimale acculevensduur, laat u de accu gedurende de eerste drie
laadcycli eerst volledig ontladen, voordat u hem daarna volledig oplaadt .
OPLADEN VAN DE ACCU
Sluit de USB-kabel aan op de USB-ingang aan de onderzijde van het apparaat .
Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de ingang van de voeding .
Na het opladen verwijdert u de USB-kabel uit het laadapparaat .
ACCUGEBRUIK
Tijdens feitelijk gebruik kan de gebruiksduur van het apparaat variëren op basis van
netwerkstatus, gebruiksomgeving en gebruik . Wanneer de lading van de accu lager
is dan normaal, zal op het apparaat worden aangegeven dat u de accu moet opladen .
Laad de accu op; anders kunt u bestanden kwijtraken die niet zijn opgeslagen .
46
Wanneer u gedurende een lange periode de accu niet oplaadt, zal het apparaat
automatisch worden uitgeschakeld .
WAARSCHUWING
Het apparaat mag alleen worden opgeladen bij omgevingstemperaturen binnen het
bereik van 5°C ... 35°C . Gebruik de oplaadapparatuur niet wanneer de temperatuur
buiten dit bereik valt .
INSTALLEREN VAN DE SIM-KAARTEN
Het apparaat is voorzien van twee SIM-kaartsleuven . De sleuven zijn bereikbaar
door de deksel van het kaartcompartiment aan de achterzijde van het apparaat te
verwijderen . W anneer u twee SIM-kaarten hebt geplaatst, kunt u uw primaire kaart
selecteren in
<Instellingen>
<SIM-beheer>.
WAARSCHUWING
Verwissel alleen van SIM-kaart wanneer het apparaat uitgeschakeld is . Probeer de
SIM-kaarten niet in te steken of te verwijderen wanneer een externe voedingsbron is
aangesloten . Hierdoor kan de SIM-kaart beschadigd raken .
INSTALLEREN VAN DE MICRO-SD-KAART
Het apparaat is voorzien van een sleuf voor een micro-SD-kaart (tot 32GB) .
De sleuf is bereikbaar door de deksel van het kaartcompartiment aan de achterzijde
van het apparaat te verwijderen . Wanneer u de micro-SD-kaart wilt verwijderen,
dient u ervoor te zorgen dat de kaart niet door het apparaat wordt gebruikt, door
<Instellingen>
<wachtwoord 1234>
<SD-kaart ontkoppelen>
<OK te
selecteren> .
WAARSCHUWING
Verwissel alleen van Micro-SD-kaart wanneer het apparaat uitgeschakeld is .
Probeer de micro-SD-kaart niet in te steken of te verwijderen wanneer een externe
voedingsbron is aangesloten . Hierdoor kan de micro-SD-kaart beschadigd raken .
UW APPARAAT INSCHAKELEN
Druk de
[Aan/uit-toets]
in en houd deze ingedrukt totdat het scherm wordt verlicht .
Als u dit hebt ingesteld in de beveiligingsinstellingen voor uw SIM-kaart, wordt u
gevraagd om een Persoonlijk Identificatienummer of PIN in te voeren wanneer het
apparaat wordt ingeschakeld .
Als dit de eerste keer is dat het apparaat wordt ingeschakeld, moet u mogelijk een
schermtaal, datum en tijdzone instellen en persoonlijke gegevens invoeren . U wordt
ook gevraagd om u aan te melden bij uw Google-account of dit te configureren . U
kunt dit ook later doen . Houd er rekening mee dat u voor sommige functies van het
apparaat, zoals de Google Play™ Store, aangemeld moet zijn bij een Google-account .
<Opslagruimte>
NL
47