1.2
Verwijzingen in deze handleiding
A
Verwijst naar een afbeelding, bijvoorbeeld afbeelding A.
→
Verwijst naar een ander hoofdstuk.
2
Veiligheidsinstructies
2.1
Elektrische installatie volgens de voorschriften
• Elektrische installaties dienen te voldoen aan de nationale opstellingsvoorschriften en mogen slechts
door een elektricien worden uitgevoerd.
• Een persoon is een elektricien als hij of zij op grond van zijn of haar opleiding, kennis en ervaring in
staat en bevoegd is, de aan hem of haar overgedragen werkzaamheden te beoordelen en uit te
voeren. De werkzaamheden als specialist omvatten ook het herkennen van mogelijke gevaren en
het in acht nemen van geldige regionale en nationale normen, voorschriften en bepalingen.
• Neem voor uw eigen veiligheid in geval van vragen of problemen contact op met een elektricien.
• Snoeren beschermd tegen beschadigingen aanleggen en erop letten dat niemand erover kan strui-
kelen.
• Verlengkabels en stroomverdelers (bijv. stekkerdelen) moeten voor het gebruik buitenshuis geschikt
zijn (spatwaterbestendig).
• Stekkerverbindingen tegen vocht beschermen.
• Apparaat alleen op een volgens de voorschriften geïnstalleerde wandcontactdoos aansluiten.
2.2
Veilig gebruik
• De rotor in het apparaat bevat een magneet met een krachtig magneetveld, dat pacemakers of ge-
ïmplanteerde defibrillatoren (ICD) kan beïnvloeden. Minimaal 0,2 meter afstand tussen het implantaat
en de magneet aanhouden.
• Apparaat niet aan het elektrische snoer dragen of trekken.
• Het apparaat nooit aan technische modificaties onderwerpen.
• Alleen werkzaamheden aan het apparaat uitvoeren die in deze handleiding beschreven staan. Als
problemen zich niet laten verhelpen contact opnemen met een klantenservice of in geval van twijfel
met de fabrikant.
• Alleen originele onderdelen en toebehoren voor het apparaat toepassen.
3
Productbeschrijving
3.1
Overzicht
A
Omschrijving
1
Filterpomp
2
Regelaar voor de toerentalregeling van de filterpomp
• Bediening via de OASE-app "Easy Switch"
3
Montagebeugel voor wandmontage van de controller
4
Grondpen voor het plaatsen van de controller
5
Getrapte slangaansluiting met kogelscharnier, afdichting, wartelmoer en slangklem
6
Getrapte slangaansluiting met wartelmoer en slangklem
3.2
Beoogd gebruik
Gebruik het in de gebruiksaanwijzing beschreven product uitsluitend op de volgende manier:
• Voor het verpompen van normaal vijverwater voor filtersystemen, watervalsystemen en beekloopin-
stallaties.
• Gebruik onder naleving van de technische gegevens. (→ Technische gegevens)
• Alleen voor particulier gebruik.
De volgende inperkingen gelden voor het apparaat:
• Niet gebruiken in zwemvijvers.
• Nooit met andere vloeistoffen dan water gebruiken.
• Nooit gebruiken zonder doorstromend water.
• Niet gebruiken in combinatie met chemicaliën, levensmiddelen, licht brandbare of explosieve stoffen.
• Niet op de drinkwatervoorziening aansluiten.
- NL -
41