14. Onderhoudsschema
De onderstaande onderhoudsintervallen dienen zeker in acht te worden genomenteneinde een perfecte werking van het
toestel te
verzekeren.
LET OP! Voor de eerste inbedrijfstelling dient u er motorolie en brandstof in te gieten.
Telkens vóór
ingebruikneming
Controle van de mo-
torolie
Verversen van de mo-
torolie
Controle van de lucht-
filter
Schoonmaken van de
luchtfilter
Schoonmaken van de
benzinefilter
Visuele controle van het
toestel
Schoonmaken van de
bougie
Smoorklep op de car-
burator controleren en
opnieuw afstellen
Schoonmaken van de
cilinderkop
Klepspeling instellen
Let op: het is aan te bevelen de onderhoudswerkzaamheden vermeld onder "X*" enkel door een geautoriseerd vakbe-
drijf te laten uitvoeren.
Na een gebruiks-
duur van 20 uur
X
voor de eerste
keer, dan om de
50 uur
X
X
Na een ge-
Na een gebruiks-
bruiksduur van
duur van 100 uur
50 uur
X
X
X
Afstand: 0,6
mm, eventueel
vervangen
Na een ge-
bruiksduur
van 300 uur
Eventueel
filterelement
vervangen
X*
X*
X*
NL / 47