5. Onderhoud en Inspectie
5.1 Algemeen
• Tijdens bedrijf zal de temperatuur door het comprimeren proportioneel met de compressie stijgen. De temperatuur mag niet
zodanig oplopen dat de buitenlakkering verbrand. Mocht dit zich toch voordoen, dan pomp onmiddellijk uitschakelen en
controleren. Het kan voorkomen dat de rotoren en de behuizing door het lange gebruik gecorrodeerd zijn, wat de afstand
tussen de diverse delen groter doet worden, met als gevolg dat het uitgestoten gas in grote hoeveelheden terug in de
zuigzijde stroomt. Dit leidt op zijn beurt weer tot een verhoging van de temperatuur. In deze toestand neemt de zuig-
capaciteit af. Stop de pomp en meet de afstand tussen de rotoren.
• Afwijkingen kunnen worden gesignaleerd door regelmatige controles van lagertemperatuur, trillingen en geluidsniveau.
Daartoe adviseren wij een dagelijkse controle.
• Contact tussen de rotoren onderling of tussen rotor en pomphuis kan worden waargenomen door met een stethoscoop op
het pomphuis te luisteren.
• Bij koude dient u na uitschakelen van de pomp het koelwater af te tappen om te voorkomen dat de pomp bij bevriezing
beschadigd wordt.
5.2 Periodieke controle
a.) Dagelijks
• Controleer olieniveau; onvoldoende of geen olie in de pomp kan lagers en tandwielen beschadigen.
• Controleer of er voldoende koelwater aanwezig is.
• Controle van de temperatuur van smeerdeksel, voor- en achterdeksel. Gebruik hiertoe een geschikte thermometer zoals
b.v. een oppervlak-thermometer.
• Controleer de aanzuig- en uitblaasdruk. Om deze waarden te meten, dient u ervoor te zorgen dat de pomp functioneert
binnen de geplande specificaties.
• Controleer de motorbelasting. Een stijging van het gevraagde vermogen wijst op een abnormale situatie.
b.) Maandelijks
• Controle van de V-snaar spanning.
• Controle van de kleur van de smeerstof (als olie donker van kleur, dan vervangen).
• Controle van olieniveau. Mocht de pomp olie verliezen, dan dienen ook de mechanical seals te worden gecontroleerd.
c.) Iedere 6 maanden
• Verbindingen in leidingwerk controleren.
• Controle olie en smeermiddelen. Eventueel wisselen.
d.) Jaarlijks
• Controle mechanical seals, oliekeerringen en pakkingen.
• Controle van de rotoren en binnenzijde pomphuis door demontage van de leidingen aan de zuigzijde.
• Controle van de tandwieloverbrenging door demontage van de eindkap.
• Olieverversen in de tandwieloverbrenging.
Nr.
Item
1
Opgenomen motorvermogen
2
Rondlopen
3
Zuig- en uitblaasdruk
4
Lawaai en trillingen
5
Temperatuur
6
Olieniveau voorste pomphuisdeksel
Watersporen op voorste
7
pomphuisdeksel
8
Olielekkage
9
Verversen smeermiddel
Hoeveelheid en druk koelwater voor
10
pomphuis
11
Zuig- en uitblaasleiding
12
Reiniging en drogen na stoppen pomp
13
Controle van rotoren en pomphuis.
Mechanical seals, dichting- en lagers,
14
O-ringen, V-riem koppeling
Onderhouds-checklist
Gewijzigd? Stroomsterkte vlgs. specificatie?
Loopt de pomp soepel en correct
Zijn de drukken vlgs. specificatie?
Abnormaal geluid of trilling?
Enige overmatige temperatuursteiging van lagers of andere
delen?
Is de olie op het juiste niveau?
Sporen zichtbaar?
Ergens lekkage zichtbaar?
Zijn alle olie en smeermiddelen tijdig ververst?
Zijn deze waarden vlgs. specificatie?
Bouwt zich een laag op in de leiding?
Sluit het ventiel in de zuigleiding en laat pomp 20 30 min.
draaien terwijl met N2 of lucht wordt gespoeld.
Roest of beschadiging gevonden?
Vervangen als noodzakelijk
- 7 -
Check point
a.) b.) c.) d.)