Installatie
Let
Op:
Raadpleeg de norm EN54:14 en de plaatselijke
regelgeving voor algemene richtlijnen om meldsystemen te
plannen, te ontwerpen, te installeren, in werking te stellen, te
gebruiken en te onderhouden.
Module installeren
Koppel de voedingseenheid van het brandmeldsysteem los en
monteer de module in de meegeleverde beschermkast.
Sluit de afgeschermde kabel van de lus aan op de
aardeschroef en monteer een EOL-weerstand van 4,7 kΩ op
het uiteinde van de detectiezone.
De voeding van 24 V voor de module moet door een externe
voeding worden geleverd.
Aansluiten
De connectoren, DIP schakelaars en de
zijn aangegeven in Figuur 1:
1.
Aardeschroef
2.
Statuslampje
3.
Lusconnectoren
4.
Externe voedingsconnectoren
5.
DIP-schakelaars
6.
Zoneconnectoren 1 tot en met 4 (van links naar rechts)
Adressering
Elke module heeft een numeriek adres nodig voor identificatie.
Je kan dit instellen via de DIP switches 1 tot 8.
De module gebruikt 4 adressen: Het geconfigureerde adres
plus de volgende drie nummers (bijv. 201, 202 en 203 als het
geconfigureerde adres 200 is).
De module kan geadresseerd worden van 128 tot 252 door
DIP switches 1 tot 7 in ON positie te zetten en DIP switch 8 op
OFF.
Bijkomende informatie vindt u in de adresseringstabellen
achteraan in dit document.
Noot:
Door omschakeling van DIP switch 8 naar de ON positie
kan de module ook de adressen 1 tot 125 gebruiken voor de
KFP-A centrales.
Opgelet: Gebruik DIP switch 8 enkel wanneer u werkt met het
KFP-A paneel. Wanneer u DIP switch 8 in ON positie zet bij
gebruik van een ander paneel, kan dit de module beschadigen.
Statuslampje
Het statuslampje brandt tijdens een alarm continu.
Onderhoud en tests
Het basisonderhoud is beperkt tot een jaarlijkse inspectie.
Wijzig nooit de interne bedrading of circuits.
Ga als volgt te werk om de module te testen:
1.
Verwijder een detectorkop uit de basis of activeer een
handmatig aanroeppunt dat is aangesloten op de
detectiezone van de module.
P/N 1068946-03 • REV 3.0 • ISS 20JUN11
statuslampje
van de module
2.
Als het statuslampje en het controlepaneel hier niet op
reageren, moet u alle verbindingen en het moduleadres
testen.
Technische specificaties
Bedrijfsspanning
Stroomverbruik lus:
bij 24 VDC (standby)
bij 35 VDC (standby)
Alarm
Stroomverbruik:
ext. voiding 24 VDC
(standby)*
ext. voiding 24 VDC (alarm)*
EOL-weerstand
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Relatieve luchtvochtigheid
Gewicht
Afmetingen
* Uitgezonderd lusapparaten
Van toepassing zijnde normen
Omschrijving
Certificatie
CPD certificatie nummer
Productiejaar
EN54
EMC
Fabrikant
Vertegenwoordiger van de
fabrikant (Europa)
CS: Návod k instalaci
Popis
KAL714C se používá pro připojení čtyř konvenčních zón
k adresovatelnému protipožárnímu systému.
Modul lze použít v systémech požárních hlásičů bez plošného
členění a/nebo když nejsou požadována přesná data o
umístění.
Jeden modul umožňuje připojení až 20 konvenčních detektorů
na zónu a neomezeného počtu tlačítkových hlásičů nebo
spínacích (NO) kontaktů k systému požárních hlásičů.
22 tot 38 VDC
110 µA
135 µA
<5,0 mA
200 µA
<360 mA
4,7 kΩ
−10 tot +50ºC
−10 tot +70ºC
10 tot 95% (niet-condenserend)
835 g
223 × 173 × 80 mm
Adresseerbare conventionele module
voor 4 zones
1438-CPD-0135
Het productiejaar wordt vermeld door de
eerste twee getallen in het serienummer
van het product (zichtbaar op de product
identificatie label).
EN54-18
EN 50130-4
EN 61000-6-3
UTC Fire & Security, 129 North Main
Street, Pittsfield, Maine 04967, USA.
UTC Fire & Security B.V. Kelvinstraat 7,
6003 DH Weert, Netherlands.
7 / 12