Opname toevoegen of overschrijven
U kunt een bestaande opname bewerken door een deel ervan
te overschrijven of door een extra opname in te voegen.
1
Terwijl de recorder in de stopmodus staat, drukt u op
F2 (Menu) en selecteert u Record (opnemen) >
Edit mode (bewerkingsmodus).
2
Stel de gewenste bewerkingsmodus in ( Bewerkingsmodus
(Edit mode), blz. 87).
3
Append mode (toevoegmodus): voeg een extra opna-
me toe na de opname die in een bestand aanwezig is.
X Wanneer u in de toevoegmodus bent, wordt het
-symbool getoond in de informatiebalk bovenaan het
scherm. Tijdens het opnemen licht de led rood op.
• Insert mode (invoegmodus): voeg een extra opname
in een bestand in zonder de bestaande opname te
overschrijven.
X Wanneer u in de toevoegmodus bent, wordt het
-symbool getoond in de informatiebalk bovenaan het
scherm. Tijdens het opnemen licht de led groen op.
• Overwrite mode (overschrijfmodus): overschrijf
een eerdere opname vanaf een door u gekozen plek in
het bestand.
X Wanneer u in de overschrijfmodus bent, wordt er geen
symbool getoond in de informatiebalk bovenaan het
scherm. Tijdens het opnemen licht de led rood op.
4
Druk op + / – om het bestand te selecteren waarin u een
opname wilt invoegen.
5
Wanneer u de invoeg- of overschrijfmodus gebruikt, gaat u
door afspelen, vooruit- of terugspoelen naar de plaats waar u
de opname wilt invoegen.
6
Om te beginnen met opnemen laat u de microfoon in de
richting van de geluidsbron wijzen en beweegt u de schuif-
schakelaar naar de G REC-stand.
X Tijdens het opnemen licht de led rood op in de over-
schrijf- of toevoegmodus en groen in de invoegmodus.
7
Om te stoppen met opnemen, beweegt u de schuifschakelaar
naar de F STOP-stand.
Opmerking
• Als de afstandsdiening is aangesloten, kunt u alle toetsen
op de digitale recorder, behalve de opnamefunctie van de
schuifschakelaar, nog steeds gebruiken.
• Tijdens het bewerken wordt de opnamekwaliteit van de
oorspronkelijke opname gebruikt.
• De invoegmodus is niet toegankelijk wanneer het
opnameformaat MP3 of PCM is.
77
NL