Meer dan 30cm
Meer dan 30cm
Afbeelding 5
Meer dan 200cm
•
H oud bij de plaatsbepaling van het buitendeel rekening met de mogelijke opstelplaats van het bin-
nendeel. Binnen- en buitendeel moeten aan elkaar gekoppeld worden door middel van leidingen en
kabels.
G
LET OP
V oor SC41xx & SC5xxx modellen: De leidinglengte is 4 meter.
V oor S41xx & S5xxx modellen: D e maximale leidinglengte tussen binnen- en buitendeel bedraagt
20 meter voor units met een capaciteit tot 6,0 kW. De maximale
leidinglengte tussen binnen- en buitendeel bedraagt 30 meter voor
units met een capaciteit > 6,0 kW.
Het maximale hoogteverschil tussen binnen- en buitendeel
bedraagt 8 meter voor units met een capaciteit tot 6,0 kW. Het
maximale hoogteverschil tussen binnen- en buitendeel bedraagt 20
meter voor units met een capaciteit > 6,0 kW.
•
Zet geen dieren en planten of andere obstakels voor de luchtinlaat of -uitlaat.
•
Breng de airconditioning altijd op een gemakkelijk toegankelijke plaats aan.
•
R aadpleeg en volg de plaatselijke wet- en regelgeving met betrekking tot het opstellen en installeren
van airconditioningapparatuur op.
•
I ndien de installatieplaats wordt blootgesteld aan sterke wind, bijvoorbeeld aan zee, moet ervoor
worden gezorgd dat de ventilator goed werkt door de unit in de lengterichting langs de wand te
plaatsen of door stof- of windleiplaten te gebruiken. Zie afbeelding 6.
Incorrect
Incorrect
Strong
Sterke
wind
wind
Afbeelding 6
•
A ls de buitenunit op dakconstructies of buitenwanden wordt geinstalleerd, kan dit leiden tot sto-
rende geluiden en trillingen.
•
Zorg ervoor dat het buitendeel vast gezet kan worden op een stabiele ondergrond.
1
90
Meer dan 60cm
Meer dan 60cm
Correct
Correct
Barrière
Barrier
Strong
Sterke
wind
wind
G
LET OP
Als het buitendeel wordt opgehangen, moet de montagesteun voldoen aan alle technische
voorschriften. De montagewand moet sterk genoeg zijn. Als dit niet het geval is, moet deze
verstevigd worden. De verbindingen tussen steun en wand en tussen steun en airconditioning
moeten stevig, stabiel en duurzaam zijn. Bij twijfel of onzekerheid hierover mag de unit niet
worden geplaatst, en moet de benodigde ondersteuning worden berekend en geconstrueerd
door een bevoegd technicus.
6.
MOGELIJKHEDEN HOE DE LEIDINGEN VAN HET BINNENDEEL NAAR HET BUI-
TENDEEL KUNNEN WORDEN GEÏNSTALLEERD.
•
D e leidingen kunnen worden aangesloten met een uitloop naar de linker of de rechterzijde van de
binnenunit. Verwijder hiervoor de linker of rechter breekplaat. Zie afbeelding 7.
•
D e leidingen kunnen worden aangesloten met een uitloop naar de rechterachterzijde of de linker-
achterzijde. Zie afbeelding 7.
Afdekking van
leiding rechts
Afdekking van
leiding
Leidingwerk rechts
Leidingwerk links
Afbeelding 7
Afdekking van
leiding links
Leidingwerk linksachter
1
91