2 Bediening
2-1 In- en uitschakelen
Schakel het instrument aan en uit met de
hoofdschakelaar aan boord. Het instrument
heeft geen eigen aan- en uit-knop. Wanneer het
instrument ingeschakeld is, zal de wijzer een keer
in de rondte draaien terwijl het instrument zichzelf
kalibreert. Als het instrument uitgeschakeld wordt
worden uw instellingen bewaard.
Wanneer het woord SIM op het LCD- beeldscherm
flikker dan staat het instrument op de
simulatiestand (zie sectie 2-5).
2-2 De toetsen
Het apparaat heeft vier toetsen, met de opdruk
en
. In deze handleiding:
Betekent drukken, dat men voor minder dan
een seconde op een toets drukt.
Houden betekent dat u de toets ingedrukt
dient te houden voor een gespecificeerde tijd
totdat het beeldscherm verandert.
Betekent druk een toets + een andere
toets dat men deze toetsen tegelijkertijd
indrukt.
2-3 Instellen achtergrondlicht voor scherm en toetsen
Achtergrondverlichting kan op vier verschillende
helderheidsniveaus ingesteld of uitgeschakeld
worden (de toetsenverlichting kan niet
uitgeschakeld worden). Druk eenmaal op
huidige lichtsterkte te zien en druk nomaals op
om de lichtsterkte te veranderen:
2-4 Alarmen
De W315 laat een alarm horen indien het alarm is
ingeschakeld en de schijnbare windsnelheid de
52
om de
Achtergrond-
verlichting niveau 2
(flikkert)
Alarme activée
Valeur seuil
50 nœuds
(clignote)
Northstar Explorer W315 Installation and Operation Manual
alarmwaarde overtreft. Om het alarm in- en uit te
schakelen of de alarmwaarde in te stellen:
1.
Druk op
voor weergave van het
Windsnelheidsalarmscherm:
2.
Om een alarmwaarde te veranderen druk op
of
.
3.
Om een alarm in of uit te schakelen druk op
4.
Druk op
.
Wanneer het alarm en de interne pieper klinken,
begint het
op het beeldscherm te flikkeren en
worden ook externe toeters en lichten in werking
gesteld.
Druk op een willekeurige toets om het alarm uit te
schakelen. Het alarm blijft uitgeschakeld totdat de
windsnelheid lager wordt dan de alarmwaarde. Het
alarm zal weer afgaan wanneer de windsnelheid
weer hoger wordt dan de alarmwaarde.
2-5 Simulatie-instelling
De simulatie-instelling biedt u de mogelijkheid
om aan wal aan het apparaat te wennen. De
W315 werkt als hetzelfde in de simulatie-stand,
met uitzondering van de gegevens van het
masttop instrument. Deze worden genegeerd
en de informatie wordt door het apparaat zelf
aangemaakt. Het woord SIM flikkert op het
LCD-beeldscherm.
Om de Simulatie-instelling in of uit te schakelen:
1.
Schakelt u de stroom uit.
2.
Houdt u
ingedrukt terwijl u de stroom weer
inschakeld.
2-6 Hoe het instrument windsnelheid en
windrichting meet
Het masttopinstrument heeft een rotor met drie
windcupjes die ronddraaien als de wind langs de
boot waait. Het masttopinstrument meet hoe snel
de windcupjes ronddraaien om de windsnelheid te
berekenen.
Het masttopinstrument heeft een vaan welke
in de richting wijst uit welke de wind waait. Het
masttopinstrument voelt elektronisch in welke
richting de vaan wijst.
Masttopinstrument
.
Vaan
Windbekertje