Laadaanwijzing
Waarschuwing: Wanneer de batterij de onderste grensspanning bereikt heeft, schakelt de
wagen zich automatisch uit.
De batterij moet ten laatste dan worden geladen, wanneer gedurende de werking de LED- rij van de
laadtoestandaanwijzing alleen nog rood begint te lichten.
Wanneer de batterij de onderste grensspanning bereikt heeft, schakelt de wagen zich automatisch uit.
Om terug naar het laadstation te kunnen rijden, gaat U alstublieft zoals volgt te werk:
Scheultelschakelaar „UIT" en weer „IN".
Aan-/uitschakelaar „IN".
Daarna is nog een rijden voor 10 min. mogelijk.
Let U alstublieft erop, dat afzonderlijke laadplaatsen door een duurzame markering op de bodem
duidelijk gekenmerkt moeten worden. Een toereikende afstand van materialen, die een gevaar
kunnen vormen (bijv. brandbare of explosieve stoffen) moet gegarandeerd zijn.
De acculader moet tegen beschadigingen, voornamelijk door vochtigheid, worden beschermd.
Het complete laadbereik mag niet door naar beneden vallende delen, waterdruppels of bij een
leidingsbreuk uittredende vloeistof worden beschadigd.
Laadapparaat in de bus rechts beneden aan de standplaats van de bestuurder
aansluiten en netstekker in de contactdoos insteken.
Gedurende het laadproces moet de wagen ingeschakeld zijn.
De lichtdiode van de acculader meldt door geel schijnen het eigenlijke
laadproces en de indicatie wisselt bij volle batterij in een groene kleur.
In deze toestand bevindt de acculader zich in „handhavingslading".
Begint de LED rood te lichten, is eventueel een bedrijfsstoring voorhanden en
er vindt geen laadproces plaats. Controleert U alstublieft, of de laadstekker juist
ingestoken is.
52
Besturing
Voorgeselecteerde
snelheid
Aan-/uitschakelaar
Claxon
Snelheidsvoorselectie
reduceren
Sleutelschakelaar
1. Breng de sleutelschakelaar op de positie „I".
2. Schakel de besturing door drukken op de groene aan-/uit toets aan.
3. Controleer aan de hand van de batterijstandsindicatie of de accu's moeten worden geladen.
4. Kies trapsgewijs het snelheidsniveau (voor het manoeuvreren in enge bereiken raden
wij lage snelheden aan, om lange wegen op overzichtelijke routes af te leggen kan een
hogere snelheid worden gekozen). De ingestelde maximumsnelheid wordt met behulp
van de snelheidsindicatie getoond.
5. Bestuur met behulp van de joystick de reinigingswagen.
6. Schakel na arbeidseinde de aan-/uitschakelaar uit en breng de sleutel op de positie „0".
7. Sleutel er nit halen om de wagen tegen onbevoegd gebruik te beveiligen.
Batterij-laadtoestandindicatie
Batterij vol –
Batterij leeg –
hoge snelheid
lage snelheid
D
EN
Snelheidsvoorselectie
verhogen
F
Joystick
I
Voorwaarts
ES
linker
recht
DK
Achterwaarts
PL
HU
NL
53