Toepassing
• In- en uitschakelen van het alarm:
Om het akoestische alarm uit te schakelen, drukt u op de in-
en uitschakelknop, wanneer het akoestische alarm weerklinkt.
U bevindt zich in de alarmmodus gedurende 30 seconden en
stelt het alarm daardoor uit. U schakelt echter alleen het alarm-
signaal uit, niet het geluidssignaal van de pulsfrequentie.
De alarmmodus wordt automatisch uitgeschakeld, wanneer er
een nieuw alarm weerklinkt of wanneer de gemeten waarden
zich in het normale gebied bevinden.
Perfusion Index (PI)
De perfusie-index (PI) geeft de signaalsterkte van de arteriële
puls aan en geeft een indicatie van het procentuele aandeel van
pulssignalen in vergelijking met niet-pulssignalen. De balk is het
hoogst, wanneer de kwaliteit van de doorbloede plaats het best is.
De PI wordt beïnvloed door de sterkte van de pulsfrequentie, de
doorbloeding van de vingertop en de vingertemperatuur. Wanneer
bijv. de pulsfrequentie zwak is, de doorbloeding van de vingertop
gering is of de vingertemperatuur laag is, dan is de PI eveneens
laag.
Beoordeling van de gemeten waarden
Bij een gezonde patiënt ligt de zuurstofsaturatie tussen 96 %
en 98 %. Waarden onder 95 % kunnen reeds wijzen op een ziekte
en zuurstoftoediening noodzakelijk maken. Wanneer de waarde
van uw zuurstofsaturatie onder 95 % ligt, dient u uw arts te raad-
plegen.
Normale pulswaarden hangen af van de leeftijd en het fi theidsni-
veau van een persoon.
Hieronder volgen een paar referentiewaarden voor een normale
pulsfrequentie:
• Kinderen onder 1 jaar:
• Kinderen tussen 1 en 10 jaar:
• Personen boven de 10 jaar:
• Getrainde personen/ atleten:
100 - 160 bpm
70 - 120 bpm
60 - 100 bpm
40 - 60 bpm
105
NL