6.4.
Reiniging van de oven
Als de oven koud is, kunnen de bodem en de rails
worden uitgenomen. Na het reinigen van de oven
dient deze leeg te worden aangezet, om
roestvorming te voorkomen.
Ga hiervoor als volgt te werk:
Neem de bodem van de oven (A) eruit en het
rooster (B) en reinig zorgvuldig.
Reinig de binnenkant van de oven van
eventuele verbrandingen die het juiste werk
van de oven kunnen storen.
Droog het oppervlak en doe de elementen
van de oven erin terug.
7.
STORING IN DE WERKING
Volgende
informatie
erkenning en verwijdering van eventuele storingen
die zich kunnen voordoen tijdens het gebruik van
het apparaat.
Oorzaken
De verwarmingsplaten warmen
niet op.
De verwarmingsplaten blijven
de hele tijd heet.
Het verwarmingselement van
de oven doet het niet.
De oven bereikt de gewenste
temperatuur niet.
wordt
gebruikt
voor
Oplossingen
Elektrische aansluiting niet
correct.
Aangaan van de
temperatuurbegrenzer.
Defecte schakelaar.
Storing van de werking van de
platen.
Elektrische aansluiting niet
correct.
Aangaan van de
temperatuurbegrenzer.
Defecte schakelaar.
Defecte werkthermostaat.
Sommige van deze problemen kunnen door de
gebruiker worden opgelost, bij alle overige is
nauwkeurige kennis nodig. Zulke problemen
worden opgelost door deskundig personeel.
Controleer de aansluiting van de
netwerkkabel.
Neem contact op met
de service.
Wacht tot de thermostaat aan de
binnenkant van de
verwarmingsplaten opnieuw de
normale werkmodus hervat.
Vervang onderdeel.
Neem contact op met
de service.
Als het probleem zich nog
steeds voordoet, contact opnemen
met de service.
Controleer de aansluiting van de
netwerkkabel.
Neem contact op met
de service.
Wacht tot de oven is afgekoeld.
Vervolgens de thermostaat resetten
(zie speciaal hoofdstuk).
Vervang onderdeel.
Neem contact op met
de service.
Vervang onderdeel.
Neem contact op met
de service.
9
NEDERLANDS
B
A
ID 03
Oplossingen
NL