bedieningsdruk te controleren. Op die manier weet u wat er in
het systeem gebeurt.
LET OP: De hydraulische slang niet beschadigen.
Vermijd ombuigen en knikken bij het aanbrengen van
de hydraulische slangen. Een gebogen of geknikte
slang gebruiken kan ernstige tegendruk van de afvoerstroom
veroorzaken. Scherpe ombuigingen en knikken beschadigen
de slang aan de binnenkant wat tot vroegtijdig falen van de
slang kan leiden.
Geen zware objecten op de slang laten vallen. Een
scherpe impact kan interne schade aan de
draadvezels van de slang veroorzaken. Druk
uitoefenen op een slang die beschadigd is, kan scheuren van
de slang tot gevolg hebben.
BELANGRIJK: Hydraulische machines niet bij de
slangen of de wartelkoppelingen opheffen. Gebruik de
draaghandgreep of een ander middel om de machine
veilig te transporteren.
LET OP: Houd de hydraulische machine weg van
vlammen en hitte. Buitenmatige hitte verzacht de
pakkingen en afdichtingen wat tot vloeistoflekken
kan leiden. Hitte verzwakt ook slangmaterialen en pakkingen.
Voor optimale prestaties de machines niet blootstellen aan
temperaturen van 65°C (150°F) of hoger. Bescherm slangen en
cilinders tegen lasspetters.
GEVAAR: Slangen die onder druk staan, niet
aanraken. Als olie die onder druk staat ontsnapt, kan
het door de huid dringen wat ernstige letsel kan
veroorzaken. Als olie onder de huid wordt geïnjecteerd,
onmiddellijk een arts raadplegen.
WAARSCHUWING: Gebruik hydraulische cilinders
enkel in een aangesloten systeem. Nooit een cilinder
gebruiken met koppelingen die niet aangesloten zijn.
Als de cilinder uiterst overladen is, kunnen onderdelen op een
catastrofistische manier falen wat ernstig persoonlijk letsel
kan veroorzaken.
WAARSCHUWING: Zorg dat de apparatuur stabiel is
opgezet alvorens lasten te heffen. De cilinder dient op
een vlakke ondergrond geplaatst te worden die de last
kan dragen. Gebruik waar mogelijk een ondersteuning
voor de cilinder voor extra stabiliteit. De cilinder mag niet
gelast of op een andere manier aangepast worden voor het
bevestigen van een voetstuk of andere ondersteuning.
Vermijd situaties, waarbij de last niet aangrijpt in het
hart
van
de
aangrijpende
lasten
spanningen in de cilinder en de plunjer. Bovendien kan de last
wegglijden of vallen, wat tot gevaarlijke situaties leidt.
Verdeel
de
last
zadeloppervlak. Gebruik altijd een zadel om de plunjer
te beschermen, wanneer geen hulpstukken met
schroefdraad worden gebruikt.
BELANGRIJK: Hydraulische machines mogen enkel
door een bevoegd hydraulisch technicus van
onderhoud worden voorzien. Voor reparaties dient u
contact op te nemen met een nabijgelegen bevoegd ENERPAC
servicecentrum. Om uw garantie te beschermen, enkel
ENERPAC olie gebruiken.
cilinderplunjer.
Niet-centrisch
veroorzaken
aanzienlijke
gelijkmatig
over
het
WAARSCHUWING:
onderdelen onmiddellijk met authentieke ENERPAC
onderdelen vervangen. Standaardonderdelen breken,
wat tot persoonlijk letsel en schade aan eigendom kan leiden.
ENERPAC onderdelen zijn zodanig ontworpen dat ze precies
passen en hoge ladingen kunnen weerstaan.
3.0 INSTALLATIE
3.1 Luchtaansluiting
Deze pompen vereisen 100 psi lucht bij 1130 l/min. Bevestig de
luchttoevoerslang op de .375-18 NPT opening van het
filter/smeertoestel. Zie figuur 1.
Luchtaansluiting
3.2 Hydraulische aansluitingen
1.
Koppel de slangen aan op de momentsleutel zoals in afb. 4
wordt getoond. Moerplaatjes van het koppeling omdraaien.
Wanneer de combinatie Enerpac pomp en momentsleutel
wordt gebruikt, zijn de slangen en koppelingen zo ontworpen
dat de opening voor het vooruitlopen van de pomp alleen
maar kan worden aangesloten op de opening voor het
vooruitlopen van de sleutel, terwijl de iretouraansluiting van de
pomp alleen maar kan worden aangesloten op de
retouraansluiting van de sleutel.
WAARSCHUWING: Voorkom voor een juiste werking
het knikken of sterk buigen van de slangen. Wanneer
een slang knikken vertoont of anders beschadigd is,
MOET deze WORDEN vervangen.
kunnen bij hoge druk breken met persoonlijk letsel als gevolg.
WAARSCHUWING: Trachten de slang aan te sluiten op de
gehele
pomp of de momentsleutel terwijl het koppeling onder druk
staat, kan tot persoonlijk letsel of lekken van vloeistof leiden.
3.3 Olieniveau
Controleer oliepeil in het reservoir. Het oliepeil dient ca. 1 inch [2,5
cm] onder de ventilatie-vuldopopening liggen. Vul, indien nodig,
Enerpac hydraulische olie bij om het oliepeil tot 1 inch onder de
ventilatie-vuldopopening te brengen.
OPMERKING: Gebruik alleen hydraulische olie van Enerpac. Het
gebruik van andere olietypen of vloeistoffen kan de pomp of de
afdichtingen beschadigen en wordt uitgesloten van de garantie op
uw pomp.
26
Versleten
of
beschadigde
Figuur 1
Beschadigde slangen