BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens de functies op het gereedschap af te
stellen of te controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het gereedschap en de accu
stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen
van de accu. Als u het gereedschap en de accu niet
stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen
en het gereedschap of de accu beschadigen, of kan
persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
LET OP:
Gebruik geen accuadapter met de
cirkelzaag. De kabel van de accuadapter kan het
gebruik hinderen waardoor persoonlijk letsel
wordt veroorzaakt.
► Fig.7: 1. Rood deel 2. Knop 3. Accu
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de voorkant
van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu uit het gereedschap.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit met
de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn plaats.
Steek de accu zo ver mogelijk in het gereedschap tot u een
klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van
de knop kunt zien, is de accu niet goed aangebracht.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als
u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
Gereedschap-/accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is uitgerust met een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem kan automatisch
de stroomtoevoer naar de motor afsluiten om de levens-
duur van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevindt: Onder bepaalde
omstandigheden gaan de indicatorlampjes branden.
Overbelastingsbeveiliging
Als het gereedschap/de accu wordt bediend op een
manier waardoor een abnormaal hoge stroom wordt
getrokken, stopt het gereedschap automatisch. Schakel
in die situatie het gereedschap uit en stop het gebruik
dat ertoe leidde dat het gereedschap overbelast raakte.
Schakel daarna het gereedschap in om het weer te
starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap/de accu oververhit is, stopt
het gereedschap automatisch. Laat in die situatie het
gereedschap afkoelen voordat u het gereedschap weer
inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading laag is, stopt het gereedschap auto-
matisch. Als het gereedschap niet werkt, ook niet wan-
neer de schakelaars worden bediend, verwijdert u de
accu's vanaf het gereedschap en laadt u de accu's op.
De resterende acculading
controleren
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
► Fig.8: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Indicatorlampjes
Brandt
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
OPMERKING: Het eerste (meest linker) indicator-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys-
teem in werking is getreden.
De zaagdiepte instellen
LET OP:
Nadat u de zaagdiepte hebt inge-
steld, zet u de hendel altijd stevig vast.
Draai de hendel op de dieptegeleider los en verstel
de zool omhoog of omlaag. Zet de zool vast op de
gewenste zaagdiepte door de hendel vast te draaien.
Voor een schonere, veiligere zaagsnede, stelt u de
zaagdiepte zodanig in dat niet meer dan een tand-
hoogte door het werkstuk heen steekt. Door de zaag-
diepte goed in te stellen, verkleint u de kans op een
potentieel gevaarlijke TERUGSLAG, en daarmee op
persoonlijk letsel.
► Fig.9: 1. Hendel
66 NEDERLANDS
Uit
Knippert
75% tot 100%
Laad de accu
opgetreden in
Resterende
acculading
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
op.
Er kan een
storing zijn
de accu.