NEDERLANDS
Lees alvorens het product te gebruiken aandachtig de instructies
door.
Bewaar deze instructies voor toekomstige raadpleging.
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Het automatisch systeem B604 garandeert, als het op correcte wijze
is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van veiligheid. Daarnaast
kunnen een aantal simpele gedragsregels accidentele ongemakken
voorkomen:
Ga niet onder de arm door als hij in beweging is. Wacht tot de arm
•
helemaal open is alvorens er onderdoor te gaan.
Blijf nooit onder de arm staan.
•
Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers bui-
•
ten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatisch
systeem per ongeluk in werking kan worden gezet.
Sta niet toe dat kinderen met het automatisch systeem spelen.
•
Houd niet opzettelijk de beweging van de arm tegen.
•
Zorg dat takken of struiken de beweging van de arm niet kunnen
•
hinderen.
Zorg dat de visuele signalen altijd goed werken en goed zichtbaar
•
zijn.
Probeer de arm niet met de hand te bewegen als hij niet eerst on-
•
tgrendeld is.
In geval van storing moet de spanning worden losgekoppeld en de
•
arm worden ontgrendeld om toegang mogelijk te maken, en wacht
dan op de assistentie van een gekwalificeerd technicus.
Als de handbediende werking is ingesteld, moet alvorens de normale
•
werking te herstellen worden gecontroleerd of de elektrische voeding
naar de installatie is uitgeschakeld.
Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van het
•
automatisch systeem.
Laat ieder half jaar controleren of het automatisch systeem goed
•
werkt.
Doe zelf geen pogingen tot reparaties of andere ingrepen, en wend
•
u uitsluitend tot gekwalificeerd en geautoriseerd FAAC-personeel of
een erkend FAAC servicecentrum.
Controleer of de installerende technicus het bijgevoegde onde-
•
rhoudsregister invult
BESCHRIJVING
Het automatisch systeem B604 is een onomkeerbare elektromechani-
sche slagboom voor de toegangscontrole van voertuigen.
De werking van het automatisch systeem wordt beheerd door een
besturingseenheid die zich in de motorbehuizing bevindt.
In de ruststand staat de arm horizontaal, zodat de toegang wordt
"gesloten".
Wanneer een impulsgever, radio-afstandsbediening, startknop of een
andere voorziening wordt geactiveerd, schakelt de besturingseenheid
het automatisch systeem in, waardoor de arm draait tot hij verticaal
staat, en toegang van voertuigen mogelijk is.
Raadpleeg de installateur voor het gedetailleerde beschrijving van de
werking van het automatisch systeem en de verschillende selecteer-
bare bedrijfslogica's.
Het transmissiesysteem van de motor is van het onomkeerbare type,
dat dus in staat is de arm in elke willekeurige positie te blokkeren en
de handmatige bediening te verhinderen zolang het automatisch
systeem niet is ontgrendeld.
Het lichtsignaal dat deel uitmaakt van de behuizing, geeft aan dat
de arm in beweging is.
HANDBEDIENDE WERKING
Als de spanning ontbreekt of het automatisch systeem niet goed we-
rkt, kan de slagboom met de hand worden bewogen door als volgt
te handelen:
1.
Steek de gepersonaliseerde sleutel erin en zet hem op "STOP" door
hem tegen de wijzers van de klok in te draaien tot hij niet verder
kan, Fig. 1
De sleutel schakelt een veiligheidsmicroschakelaar in die de
eenheid op STOP zet, en daarmee gevaarlijke situaties tijdens de
ontgrendelingsmanoeuvre of onderhoud van het automatisch
systeem voorkomt.
Met de sleutel op STOP wordt de voeding van het automatisch
systeem niet losgekoppeld.
2.
Open het deksel van het ontgrendelingsmechanisme, Fig. 2.
3.
Trek aan de ontgrendelingshendel tot hij niet verder kan, Fig. 3
ref. 1.
4.
Beweeg de arm met de hand, Fig. 4.
Fig. 1
Fig. 1
Fig. 3
Fig. 3
HERVATTING NORMALE WERKING
Om te voorkomen dat het automatisch systeem tijdens de manoe-
uvre per ongeluk door een impuls in werking wordt gezet, moet
alvorens de normale werking van het systeem te hervatten de
spanning naar de installatie worden uitgeschakeld.
1.
Duw de ontgrendelingshendel omlaag.
2.
Sluit het deksel van het ontgrendelingsmechanisme.
3.
Beweeg de arm met de hand tot hij niet verder met de hand kan
worden bewogen.
4.
Zet de sleutel op "WERKING", door hem met de wijzers van de klok
mee te draaien tot hij niet verder kan.
5.
Verwijder de sleutel en schakel de spanning naar de installatie
weer in.
Het kan zijn dat na de handbediende manoeuvre de eerste
cyclus zonder de geprogrammeerde vertragingen wordt
uitgevoerd. Voer een aantal cycli uit om te controleren of de
opgeslagen cyclus op correcte wijze wordt hervat.
ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant veili-
gheidsniveau te garanderen, is het beter om minstens ieder half jaar
een algemene controle op de installatie uit te voeren. Het boekje
"Gebruikersgids" bevat een voorgedrukt formulier om ingrepen te
registeren.
REPARATIES
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot repara-
ties of andere ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot
gekwalificeerd en geautoriseerd FAAC-personeel of een erkend
FAAC-servicecentrum.
VERVANGING LAMP LICHTSIGNAAL
Handel als volgt om de lamp van het ingebouwde lichtsignaal te
vervangen:
1.
Controleer of de arm horizontaal staat.
2.
Haal de spanning van de installatie.
3.
Verwijder de bovenkant van de behuizing door de twee bevesti-
gingsschroeven los te draaien.
4.
Vervang het lampje (te gebruiken lampje: E14 24V Max. 15W).
5.
Zet de bovenkant van de behuizing er weer op.
6.
Schakel de spanning naar de installatie weer in.
7 7
Fig. 2
Fig. 2
Fig. 4
Fig. 4