• Snelheid:
• Omdraaien van de
bewegingsrichting
Motor A:
• Omdraaien van de
bewegingsrichting
Motor B:
• Motor A:
• Motor B:
• Werking Synchroon:
• Totale behandelduur:
• Speciale functies:
n Werking
synchroon/asynchroon
De Motoren A en B kunnen synchroon of
asynchroon ingeschakeld worden.
Synchroon:
Motor A en B voeren als volgt een ge-
synchroniseerde beweging volgens het
fysiologische bewegingspatroon van het
ellebooggewricht uit:
Vanuit de positie tussen de ingestelde
hoek voor extensie/flexie en pronatie/
supinatie wordt eerst naar de maximale
extensiewaarde en tegelijkertijd naar
de maximale pronatiewaarde gegaan.
Dan gaat de slede tegelijkertijd naar de
maximale flexiewaarde en de maximale
supinatiewaarde. Na het bereiken van
deze positie begint de bewegingscyclus
opnieuw doordat de slede gelijktijdig
naar de combinatie van de maximale
extensiewaarde/maximale pronatie-
waarde gaat.
In de gebruiksmodus toont het symbool
in het veld linksboven de syn-
chroonmodus aan.
Asynchroon:
Beide motoren lopen onafhankelijk
van elkaar steeds in de ingestelde
bewegingsuitslag.
Om de gebruiksmodus 'Asynchroon' te
selecteren, deactiveert u de gebruiks-
modus 'Synchroon'.
In de gebruiksmodus toont het symbool
in het veld linksboven de asyn-
chroonmodus aan.
Standaardinstelling: 'Synchroon'
geactiveerd
100 %
25
25
geactiveerd
geactiveerd
geactiveerd
0
gedeactiveerd
n Servicemenu
Ter herinnering:
Voor het opslaan van de ingestelde para-
meters drukt u op de knop STOP.
5.4 Toepassings-/
5.4.1 Geïsoleerde extensie/flexie
1. Realiseer de mechanische instellingen
2. Druk op de knop MENU van de afstands-
3. Druk op de parameterknop Pronatie
4. Stel vervolgens de gewenste beweging-
5. Op dezelfde wijze stelt u de flexie (
253
Voorzichtig!
m
Gevaar voor de patiënt –
Wij raden u principieel aan de synchrone
werking te gebruiken. Het gebruik van
de asynchrone werking kan medisch-/
therapeutisch geïndiceerd zijn. Voor de
asynchrone werking is bijzondere zorg-
vuldigheid en oplettendheid jegens de
behandelde persoon nodig, om gevaar
voor de patiënt uit te sluiten.
Alleen voor servicedoeleinden, zie hier-
voor het servicehandboek.
programmeervoorbeelden
voor de betreffende maten van de
patiënten, zoals beschreven onder punt
4.2.
bediening, om naar niveau 1 (M1) te gaan.
) of Supinatie (
(
de slede met behulp van de knoppen +
/ - in de gewenste rotatiepositie, die u
tijdens de geïsoleerde beweging in de
zin van flexie/extensie moet aanhouden.
suitslag voor de extensie/flexie in, door
eerst op de parameterknop Extensie
(
) te drukken, en de waarden in te
stellen met behulp van de knoppen + / -.
in.
) en breng
)