10.5.5 Het voertuig laten zakken
1. Schakel de hoofdschakelaar op alle hefeenheden in en
ontgrendel de noodstop.
2. Wijs de juiste positie op het voertuig toe aan elke hefeenheid en
registreer voor groepswerking.
3. Groepeer alle hefeenheden in één groep.
4. Hef het voertuig op tot alle veiligheidsvergrendelingen zijn
vrijgegeven.
5. Laat het voertuig zakken door de knop ingedrukt te houden.
6.
7. De daalbeweging stopt automatisch op een afstand van
ongeveer 30 cm boven de grond. Om volledig te laten zakken,
laat u de toets los en drukt u vervolgens opnieuw in. Het
voertuig blijft zakken terwijl een pieptoon wordt afgegeven.
8. Of: Laat het voertuig zakken door de knop ingedrukt te houden
op 30% van de normale neerlaatsnelheid.
9. Nadat het voertuig volledig neergelaten is, schakelt u de
hefeenheden uit met de hoofdschakelaar.
10. Activeer de parkeerrem op het voertuig.
11. Verwijder alle hefeenheden van het voertuig en verwijder alle
obstakels, zodat het voertuig ongehinderd kan wegrijden.
10.5.6 Uitschakelen
Na voltooiing van het werk:
1. Schakel de hefeenheden bij de hoofdschakelaar uit.
2. Parkeer op een aangewezen plaats.
3. Beveilig tegen ongeoorloofd gebruik.
4. Laad de accu's op. (→ 10,9)
126746
HydroLift
Bediening
391