sleutelen om een reparatie uit te voeren.
NL
• Gebruik in de vakken waar ingevroren levensmiddelen worden
bewaard geen scherpe of puntige voorwerpen of elektrische
apparaten die niet door de fabrikant worden aanbevolen.
• Plaats nooit ijsblokjes die net uit de diepvrieskast komen in uw
mond.
• Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met fysieke, sensorische of mentale
beperkingen, of die geen ervaring of kennis hebben, tenzij ze
door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid
begeleid worden bij of geïnstrueerd zijn over het gebruik van
het apparaat. Kinderen moeten gecontroleerd worden om te
zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
• Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen.
Afvalverwijdering
• Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen, zodat het verpakkingsmateriaal
hergebruikt kan worden.
• De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist
dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude
apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de
negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren.
Het symbool op het product van de "afvalcontainer met een
kruis erdoor" herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer
u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging
van hun oude apparaat.
Het milieu sparen en respecteren
• Plaats het apparaat in een koele, goed geventileerde ruimte,
behoedt het voor directe zonnestralen, plaats het niet dichtbij
een warmtebron.
• Laat de deur, wanneer u etenswaren in de koel- of diepvrieskast
zet of eruit haalt, zo kort mogelijk openstaan.
Elke keer dat de deur opengaat ontstaat een aanzienlijk
energieverlies.
• Vul het apparaat niet met teveel etenswaren: voor een optimale
conservering moet de koude luchtstroom vrijuit kunnen
circuleren. Als u de circulatie belemmert, zal de compressor
constant blijven werken.
• Zet geen warme levensmiddelen in het apparaat: deze zouden
de binnentemperatuur verhogen waardoor de compressor
harder werkt en er een groter elektrisch verbruik ontstaat.
Storingen en oplossingen
Het zou kunnen gebeuren dat het apparaat niet functioneert.
Voordat u de Servicedienst belt (zie Service), moet u controleren
dat het geen probleem is dat u kunt oplossen met behulp van
volgende lijst.
Er is geen enkele led aan.
• Als de functie I Care niet actief is (zie speciale paragraaf), de
stekker niet in het stopcontact zit, of niet voldoende om contact
te maken, of als het hele huis zonder stroom zit.
De motor start niet.
• Het apparaat is voorzien van een motorbeschermende controle
(zie Starten en gebruik).
De controlelampjes geven een zwak licht.
• Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem er weer in
nadat u hem 180° heeft gedraaid.
36
a) Het alarm gaat af
• De koelkastdeur is langer dan twee minuten open geweest.
Het geluidssignaal houdt op als u de deur dichtdoet. Misschien
heeft u niet de juiste afsluitprocedure gevolgd (zie Onderhoud).
b) Het alarm gaat af en de twee blauwe leds gaan knipperen.
• Het apparaat geeft een overmatige verhitting van de
diepvrieskast aan.
We raden u aan de staat van de etenswaren te controleren:
het zou kunnen dat u ze moet weggooien.
+ geluidssignaal =
Overmatige verwarming
c) Het alarm gaat af en het blauwe en de twee geel
controlelampjes knipperen.
• Het apparaat geeft een gevaarlijke verhitting van de
diepvrieskast aan: u moet de etenswaren weggooien.
-26
+ geluidssignaal =
b/c) In beide gevallen zal de diepvrieskast een temperatuur van
ongeveer 0°C aanhouden om de levensmiddelen niet weer in
te laten vriezen. Om het geluidssignaal uit te zetten: open en
sluit de koelkastdeur.Om de normale werking te herstellen moet
het apparaat worden uitgeschakeld en ingeschakeld m.b.v. de
knoppen op het bedieningspaneel (Zie beschrijving)
De koelkast en de diepvrieskast zijn niet koud genoeg.
• De deuren sluiten niet goed of de afdichtingen zijn versleten.
• De deuren worden vaak geopend.
• De koelkast of de diepvrieskast zijn overmatig gevuld.
De etenswaren in de koelkast bevriezen.
• De temperatuur is niet goed afgesteld (zie beschrijving)
• De levensmiddelen bevinden zich vlakbij de ventilatieopeningen.
De motor blijft doorlopend draaien
• De knop SUPERVRIEZEN is ingedrukt (snel invriezen): het
blauwe lichtje van SNELVRIEZEN is aan of knippert (zie
Beschrijving).
• De deur is niet goed dicht of wordt constant geopend.
• De buitentemperatuur is erg hoog.
Het apparaat maakt veel lawaai.
• Het apparaat staat niet waterpas (zie Installatie).
• Het apparaat staat tussen meubels of objecten die trillen of
geluid maken.
• Het verkoelingsgas maakt een licht geluid ook wanneer de
compressor stil staat: dit is normaal, het is geen storing.
+8
Gevaarlijke verwarming