INWERKINGSTELLING EN ONDERHOUD
NL
FILTER-DRUKREGELAAR
MONTAGE
Plaatsen na het afsluitventiel en voor de olienevelverstuiver
● ● ● ● ●
Verticale positie (helling maximaal 5°), reservoir naar beneden
● ● ● ● ●
Accessoires voor de montage (op aanvraag):
● ● ● ● ●
- ring en haken aan de bovenzijde (voor apparaat alleen)
- zijdelingse haken
Druk en temperatuur: zie algemene specificaties
● ● ● ● ●
andere specificaties: zie filter en drukregelaar
ONDERHOUD (zie filter en drukregelaar)
FILTER
MONTAGE
Plaatsen in de buurt van het gebruikspunt, na het afsluitventiel
● ● ● ● ●
Verticale positie (helling maximaal 5°), reservoir naar beneden
● ● ● ● ●
Druk en temperatuur: zie algemene specificaties
● ● ● ● ●
Visuele weergave van het niveau van de condensaten:
● ● ● ● ●
- via transparant reservoir (versie polycarbonaat reservoir)
- via opening op reservoirbeschermer
Afhankelijk van de gekozen versie is het filter voorzien van:
● ● ● ● ●
- Halfautomatische aftap (aansluiting G1/8)
Sluiting van de aftap bij onder druk zetten (minimaal 1,2 bar)
Opening bij iedere luchtuitschakeling
Handmatige werking mogelijk door impulsie op de aftap wanneer het reservoir onder druk staat
- Handmatige aftap (fig. A)
De gebruikte afdichtingspasta voor de aansluitingen dient chemisch compatibel te zijn
● ● ● ● ●
met de materialen van het apparaat (in het bijzonder de polycarbonaat reservoirs)
ONDERHOUD
De reservoirs (met of zonder beschermer) zijn van polycarbonaat (PC):
● ● ● ● ●
om te reinigen nooit oplosmiddelen gebruiken, maar een alkalische oplossing (water met zeep)
Filterelement: wanneer het filter verstopt is, dit vervangen (onderdeel aangeboden bij reserveonderdelen)
● ● ● ● ●
Filteringsdrempel aangegeven door kleurcode, 5µm: wit, 25µm (standaard): geel
● ● ● ● ●
DRUKREGELAAR
MONTAGE
Plaatsen na het filter en bij voorkeur voor de olienevelverstuiver
● ● ● ● ●
De drukregelaars niet monteren bij de uitgang van de verdelers
● ● ● ● ●
Willekeurige positie, ervoor zorgen dat de regelknop bereikbaar is
● ● ● ● ●
Montagemogelijkheden:
● ● ● ● ●
- Inbouwen in paneel: met klemring
- Bevestiging op wand: met ring + haak aan bovenkant
of met 2 zijdelingse haken
Iedere drukregelaar wordt geleverd met 2 poorten G 1/8, die zich bevinden aan
● ● ● ● ●
de voor- en achterzijde voor de eventuele montage van een manometer
of geregelde drukaansluiting. Poorten verborgen door afdekplaten.
Handelingen die uitgevoerd dienen te worden voor iedere inwerkingstelling.
Montage van een manometer
● ● ● ● ●
- De platen verwijderen (fig. B)
- De manometer handmatig monteren aan de voorzijde (fig. C)
N.B.: de 2 elementen omkeren wanneer de circulatierichting rechts-links is.
De afsluitdop G1/8 dient aangedraaid te zijn volgens het koppel van 0,8 Nm
Montage zonder manometer
● ● ● ● ●
- De 2 platen verwijderen
- De poort dichtmaken met een afsluitdop G1/8 (niet meegeleverd)
- De afdekplaten hermonteren
REGELING VAN DE STROOMAFWAARTSE DRUK
Mogelijke regelbereiken:
● ● ● ● ●
0,5 bar tot 8 bar / 0,2 tot 3 bar
De mogelijke regelbereiken komen overeen met de gebruikslimieten
maar komen niet overeen met de maximuminstelling
Regelknop met blokkeerinrichting
● ● ● ● ●
type "trekken-draaien-drukken"
Met
Zonder
beschermer
beschermer
Niveau
maximaal
van de
condensaten
(fig. B)
(fig. C)
(fig. D)
•
(fig. D)
2
NL
LUCHTBEHANDELINGSEENHEID: FRL OF FL MONOBLOK
MONTAGE
In de buurt van het gebruikspunt
● ● ● ● ●
Verticale positie (helling maximaal 5°), reservoir naar beneden
● ● ● ● ●
Druk en temperatuur: zie algemene specificaties
● ● ● ● ●
Visuele weergave van het oliepeil:
● ● ● ● ●
- Via transparant reservoir (versie polycarbonaat reservoir)
- Via openingen op reservoirbeschermer
RESERVOIR VULLEN
olienevelverstuiver zonder druk
● ● ● ● ●
Olietypen: Niet-detergerende olie, zonder agressief additief,
● ● ● ● ●
klasse: VG 32 (ISO 3448) Viscositeit: 29 tot 35 cSt (mm
bij 40°C
OLIEDEBIET REGELEN
Uitgevoerd met behulp van de regelschroef (B)
● ● ● ● ●
regeling aangegeven met pijlen
Het oliedebiet regelen gedurende de luchtdoorstroom
● ● ● ● ●
Minimaal aanzuigdebiet: minder dan 20 l/min (ANR)
Reservoir
● ● ● ● ●
Oliedebiet: gemiddeld 1 druppel olie per
● ● ● ● ●
minuut voor een luchtdebiet van 300 l/min (ANR)
Kap voor de visualisatie over 360° van het oliedebiet (C)
● ● ● ● ●
ONDERHOUD
De olie bijvullen zodra dit noodzakelijk is
● ● ● ● ●
Het reservoir en de visualisatiekap van polycarbonaat (PC) reinigen:
● ● ● ● ●
om te reinigen nooit oplosmiddelen gebruiken, maar een alkalische oplossing
(water met zeep)
AFTAKMODULE
(fig. A)
Plaatsing: geïntegreerd in iedere monoblokeenheid
● ● ● ● ●
1 luchtuitgang G1/8, aan de voorzijde, geleverd met 1 afsluitdop, voorgemonteerd
● ● ● ● ●
en/of 1 luchtuitgang aan de bovenzijde die aangesloten kan worden op een buis 4/6 (optie)
Geïntegreerde aftakmodule
Luchtuitgang aan de voorzijde
MODULAIR 105
Maximum
olie
Minimum
olie
2
/s)
Buis 4/6
G1/8
Geïntegreerde aftakmodule
Luchtuitgang die aangesloten kan
worden op buis 4/6
(optie)
3
3 mm
B
C